Perspectief 2011-12

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 12, juni 2012 3 Oecumene onderweg door Jos E. Vercruysse s.J. Meer dan 40 jaar geleden begon mijn interesse voor de oecumene. Mijn eerste oecumenische bijdrage is in de ‘Jeugdlinie’ te vinden en was gewijd aan de Derde Assemblee van de Wereldraad van Kerken in New Delhi (1961). Dit groeide uit tot een leven dat aan het oecumenisch ideaal is gewijd: de verzoening van de christenen; onderwijs, publicaties en ook het engagement, waaronder de erkenning van de doop, in België (1971), wat in mijn ogen de meest belangrijke is. Maar er waren ook ‘Doop, Eucharistie en Ambt’ - het zogenaamde Lima-document - en het katholieke antwoord daarop, de deelname aan de Wereldconferentie van ‘Geloof en Kerkorde’ in Santiago de Compostella (1993) en het voorzitterschap van de Societas oecumenica . Er was ook het succes van mijn ‘Introduzione all’Ecumenismo’ , een handboek dat werd vertaald in verschillende talen. Daarna bewerkte ik dit boek opnieuw met de programmatische titel ‘Pelgrims onderweg' 1 . Het ligt dan ook voor de hand dat ik omkijk naar die vele jaren sinds het Tweede Vaticaans Concilie – de bekering tot de oecumenische beweging en de droom van Unitatis redintegratio - dat werkelijk een nieuwe, hoopgevende wind deed waaien. De traditionele ‘terugkeer naar de ware schaapstal’ werd vervangen door een toekomstgerichte ‘oecumene door dialoog en uitwisseling’. Ik ben zo getuige geweest van een boeiende en verrassende ontwikkeling naar een nieuw inzicht van verzoening, hernieuwde gemeenschap en ook kerk zijn. De ‘catholica’ kreeg een nieuwe universaliteit, ze werd ‘oecumenisch’, men herkende een nieuwe gemeenschap in het geloof. ‘Ketterij’, ‘schisma’ en ‘excommunicatie’ werden gerelativeerd door het aarzelend, maar gestructureerd, zoeken naar gemeenschap tussen christenen en hun kerken. En dit op vele niveaus, lokaal, regionaal en op wereldschaal. Het verhaal van de twee leerlingen op weg naar Emmaüs en hun ontmoeting met de verrezen Heer Jezus, één van de mooiste in het Nieuwe Testament, is een sprekende parabel voor de oecumenische beweging. De leerlingen “spraken met elkaar over alles wat er was voorgevallen. Terwijl ze zo met elkaar in gesprek waren, kwam Jezus zelf naar hen toe en liep met hen mee, maar hun blik werd vertroebeld, zodat ze hem niet herkenden” 2 – of althans ‘te weinig’. Geleidelijk begon hun hart te branden maar herkennen deden ze eerst bij de maaltijd, in het breken van het brood. Belangrijk in dit verhaal is het onderweg zijn! Deze ervaring wekt kritische vragen over de oecumene vandaag, over haar verleden en haar toekomst. Maar deze willen geenszins ontgoocheling preken. Ze geven wel uiting aan bekommernis en willen een dringende aansporing tot bezinning en vernieuwing zijn, tot een oprecht en open engagement voor verzoening en gemeenschap, met een erkenning en beaming van wat reeds bestaat. Geen puzzelen… Wil de kerk waarlijk ‘katholiek’ zijn dan behoort het oecumenisch perspectief tot haar ecclesiologische uitgangspunten. ‘Katholiek’ is geen gedeponeerde confessionele merkennaam, maar wijst op de wijdte van de schepping en de hele ‘bewoonde wereld’, de ‘oikoumenè’ . Zij omvat alle mensen in Gods liefde. Men kan de verdeeldheid van de éne kerk als een uiteengevallen puzzel ofwel als een diepe wonde in het kerkelijke lichaam bekijken. In het eerste geval moeten de verstrooide mozaïeksteentjes geduldig en passend in elkaar worden gepuzzeld. In het andere geval is er reeds een diepe eenheid aanwezig, maar de wonden moeten genezen en helen. Dit veronderstelt echter een lang proces dat niet kan verlopen zonder convalescentie en dat misschien zelfs blijvende littekens nalaat. 1 Pelgrims onderweg. Inleiding tot de oecumenische beweging . Niké-reeks 41, Leuven, 1998 2 Lucas 24, 15-16

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=