Perspectief 2011-12

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 12, juni 2012 18 Dat is moeilijk in het kort te zeggen. Het is een complex geheel. Het heeft bijvoorbeeld te maken met onze ongelooflijke welvaart en met de focus op wat op de korte termijn is te realiseren. Regeringsplannen en persoonlijke keuzes worden erg bepaald door halen, hebben en houden. Maar we moeten ook erkennen dat vreselijk veel is misgegaan in de Kerk. Denk aan antisemitisme, kolonialisme, racisme. Ook aan het misbruik van jonge mensen dat nu zo in het nieuws is. Dat welvaart in de weg kan staan van kerkbezoek herken ik uit mijn eigen wijk. Mensen zijn al gelukkig. Waarvoor hebben ze de Kerk nodig? En het lijkt mij niet de taak van de Kerk dit geluksgevoel te ondergraven met een boodschap als: ‘Je denkt dat je gelukkig bent, maar onbewust, diep van binnen, ben je eigenlijk ongelukkig…’. Nee, dat moeten we niet doen. Dat helpt niet en werkt niet. Maar je mag mensen wel vragen: wat is de bron waaruit je leeft en wat is het vuur waaraan je je warmt? En als we naar een tijd gaan waarin het minder wordt en moeilijker gaat, red je het dan ook? Kort geleden zei iemand tegen mij: Het lijkt alsof mensen met een sterk geloof dat altijd hebben opgedaan door een ellendige levenservaring. Ze vroeg zich af of je tot een sterk geloof kon komen zonder zoiets mee te maken. Wat denkt u? Zo zou ik het niet willen formuleren, maar het is wel zo dat geloof altijd met diepgang heeft te maken. Veel mensen van christelijken huize hebben het evangelie herontdekt doordat er iets schokkends met hen gebeurde. Maar pas op, want voordat je het weet, belandt je in een soort methodisme, waar je eerst dit moet meemaken en dan dat en vervolgens daarnaar toe kunt groeien. Dat is gevaarlijk. De Geest waait waar Hij wil. Godzijdank kun je ook, zonder dat je in de goot hebt gelegen, iets proeven van de goedheid van God. Je hebt een Paulusbekering maar ook een Timoteüsbekering: Timoteüs die van jongs af aan de Schrift heeft gekend en die geleidelijk groeide in het geloof, in tegenstelling tot het dramatische bekeringverhaal van Paulus. Waar legt u als predikant de nadruk op? Ik probeer te laten zien dat de boodschap van de Bijbel nooit begint bij eisen en normen en het appèl. Zo begint een mens ook niet, als het goed is. Een mens begint met de ervaring van liefde en geborgenheid. Voor veel mensen is het evangelie vooral een oproep om te leven zoals God het wil. Er wordt heel vaak gefocust op wat je moet doen. In de theologie van de jaren zeventig van de vorige eeuw kwam bijvoorbeeld sterke nadruk te liggen op engagement. Prima allemaal en ook nodig, maar voorafgaand aan de oproep tot ethisch handelen staat de ontmoeting met God. De Tien Woorden beginnen met: “Ik ben de Heer uw God die u heeft weggeleid uit Egypte.” Daar start het, met die bevrijdende ervaring. Of denk aan Jezus en de voetwassing. Jezus begint niet met te zeggen wat de discipelen moeten doen, Hij begint hun de voeten te wassen. Dat is in eerste instantie geen voorbeeld, maar een daad waarin Jezus zijn liefde laat ervaren. We zijn gewend aan een voorbeeldethiek, met Jezus als ons grote voorbeeld, maar dat geeft een oppervlakkige ethiek waardoor we verschrikkelijk kunnen worden ontmoedigd. ‘Dit haal ik nooit, dit red ik niet’, denken we dan. De ervaring van liefde is het vruchtbaarste moment in de ethiek. Als we dat moment kwijtraken, dat moment van aanvaarding, vergeving, uitstorting van de Geest, dan zijn we het meest wezenlijke kwijt. Het begint dus met genade. Genade vinden we lastig. Kan ik genade accepteren? Voor mezelf en voor de ander? Ik denk aan Jezus’ gelijkenis van de werkers in de wijngaard: kan ik het accepteren, als ik een hele dag heb gewerkt, dat iemand die om vijf uur komt en maar een uurtje werkt hetzelfde krijgt

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=