Perspectief 2011-11

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 11, maart 2011 44 ‘uitwendige middelen’. We dienen hem echter uitvoerig te citeren om de juiste draagwijdte te vatten van zijn opvatting over de onverbrekelijke band tussen Geloof – Kerk - Sacramenten. “Maar omdat onze onervarenheid en traagheid, ja ook de ijdelheid van ons verstand, uiterlijke hulpmiddelen nodig hebben, waardoor het geloof in ons zou worden voortgebracht en vermeerderd, en vordering zou maken in de richting van onze eindbestemming, heeft God ook die hulpmiddelen er bij gevoegd om daardoor onze zwakheid te hulp te komen en, opdat de prediking van het evangelie haar kracht zou hebben, heeft Hij deze schat bij de kerk in bewaring gegeven. Hij heeft herders ingesteld en leraars (Ef. 4,11), om door hun mond de zijnen te onderwijzen. Hij heeft hen bekleed met gezag; kortom, Hij heeft niets nagelaten, wat dienstig zou zijn tot heilige eenstemmigheid des geloofs en tot de goede orde. In het bijzonder heeft Hij de sacramenten ingesteld, van welke wij door de ervaring voelen, dat ze zeer nuttige hulpmiddelen zijn om het geloof te voeden en te versterken.” 120 De Kerk, de verkondiging - en dus de ambten - alsook de sacramenten (Doopsel en Avondmaal) hebben geen ander gemeenschappelijk doel dan ons ‘uit te nodigen’, ons binnen te leiden in de gemeenschap met de persoon van de verrezen Christus en ons ‘daar te houden’ om ons deelgenoot te maken en ons meer en meer met Hem ‘te verenigen’. Met andere woorden, en om ons hier toe te spitsen op de sacramenten, voor Calvijn zijn deze gegeven en ingesteld door God om op een zichtbare, ervaarbare en persoonlijke wijze te spreken over wat het Woord ons reeds toezegt. Zij zijn ‘toegevoegd’ aan dit Woord, zal Calvijn zeggen. Maar in tegenstelling tot wat men zou kunnen denken, moet de term ‘toevoeging’ – of daar waar Calvijn zal spreken over de sacramenten als ‘tweede’ – niet worden begrepen als een kwalificatie van minder belang. Ze zijn er juist om Christus die zich ‘tegenwoordig stelt’, die zich aandient in het Woord 121 meer tegenwoordig te stellen en te versterken en Hem aan ons mee te delen om ons geloof te ‘helpen’ groeien en de ‘communio’ te versterken die Hij met ons heeft ingesteld. In die zin aarzelt Calvijn niet een klassieke metafoor te gebruiken die over de sacramenten spreekt als ‘pedagogen’. “De sacramenten zijn dus oefeningen, die voor ons de trouw van Gods Woord zekerder maken ; en omdat wij lichamelijk zijn, worden ze onder lichamelijke dingen betoond, om ons zo naar het begrip van onze traagheid te onderwijzen en als leermeesters de kinderen bij de hand te leiden. Daarom noemt Augustinus het sacrament een zichtbaar woord, omdat het Gods beloften als op een schilderij geschilderd voor ogen stelt, en als in een beeld uitgedrukt te aanschouwen geeft.” 122 De metafoor ‘pedagogisch’ dient niet te worden begrepen als een misprijzen in die zin dat de sacramenten in de richting gaan van een bepaald intellectualisme. Niets zou minder vreemd zijn aan het denken van Calvijn. Want voor hem bestaat de ‘kracht’ van de sacramenten, zoals van het Woord, de Kerk en de ambten, erin dat ze ons opnemen in Christus. De woordenschat van Calvijn is in die zin een heel expliciete. ‘Enten’ (griffelen), ‘invoegen’, ‘inlijven’, ‘verbinden’, ‘eenheid’, ‘communio’, zijn niet alleen gebruikelijke termen van hem, maar meer nog denk ik, het hart zelf van zijn theologie en van zijn vroomheid. Wanneer Calvijn bij voorbeeld spreekt over het Avondmaal zal hij zeggen: “Een grote vrucht van vertrouwen en lieflijkheid nu kunnen de vrome harten uit dit sacrament verkrijgen, omdat zij en de kracht van dezelfde Geest worden wij tot zijn leden gemaakt, zodat Hij ons onder zich heeft en wij wederkerig Hem bezitten.” 120 Inst. IV.I.1 121 Inst. IV. XIV. 17: “Laat daarom dit vast blijven, dat de taak van de sacramenten geen andere is dan die van Gods Woord, namelijk dat ze ons Christus aanbieden en voorstellen en in Hem de schatten der hemelse genade.” 122 Inst. IV.XIV.6

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=