Perspectief 2010-9

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 9, september 2010 25 die gebeurtenissen over tijd en ruimte heen opnieuw in scène te zetten en alle broeders van Christus in de gelegenheid te stellen bij al die gebeurtenissen aanwezig te zijn.” 24 In de wetenschap dat het niet eenvoudig zou zijn om deze visie in de dagelijkse praktijk tot realiteit te maken, neemt Dom Lambert het initiatief tot het stichten van een ‘klooster van eenheid’ in Amay-sur-Meuse, dat in 1939 verhuisde naar Chevetogne. Daarvoor schrijft hij en beknopte regel voor een oecumenisch monnikenwezen (hoofdstuk VIII), waarvan slechts één ascetisch beginsel de kern vormt: ut unum sint , het Mystiek Lichaam. “Het leven in Amay moest door één regel worden beheerst: de leer van het Mystiek Lichaam in het dagelijkse leven toepassen op de spiritualiteit, het gemeenschapsleven en de intellectuele arbeid, en zo de oproep tot eenheid beantwoorden die Christus tijdens het Laatste Avondmaal heeft gedaan.” 25 In de ogen van Dom Lambert had de monnik van Amay “zijn leven lang slechts één belangrijke strijd te leveren: de leer van de Kerk als Lichaam van Christus in het centrum van zijn innerlijke leven plaatsen. Wat hij moet aanschouwen en doorleven is op drievoudige wijze universeel: de eenheid van de mensheid in de schoot van de Vader als eindpunt van de geschiedenis, de eenheid van de verrezen Christus die de wereld van de eerste Adam herschept en alles in Zichzelf herstelt, en de nieuwe mensheid die wordt voortgebracht door de Kerk, waarvan wij de levende stenen zijn en die door de heilige Geest wordt bezield.” 26 Doelstelling van het hele project was: “de ander benaderen met eerbied voor de verscheidenheid van culturen en nationaliteiten, je door de liturgie in de gedaante van haar beide ritussen 27 laten binnenleiden in een ecclesiale spiritualiteit die helemaal gericht is op de verrezen Christus als hoofd van het Mystiek Lichaam, en de uitwisselingen met andere christenen verankeren in een solide kennis van theologie en geschiedenis.” 28 Oecumene stond voor Dom Lambert niet voor een terugkeeroecumene, waarbij allen weer bijeen moesten worden gebracht onder de hoede van de heilige (Rooms-katholieke) Moederkerk, maar voor de erkenning dat allen in Christus al één zijn. Het gaat er dus om die eenheid zichtbaar te maken zonder de onderscheiden liturgische en geloofspraktijken teniet te doen, maar juist door ze te erkennen en te waarderen. Het streven naar een klooster van eenheid beperkte zich overigens tot het samenbrengen van monniken van katholieke en van oosters-orthodoxe afkomst. Over de relatie met de kerken van de Reformatie heeft Dom Lambert zich niet nadrukkelijk uitgesproken, al geldt daarvoor in zijn visie ongetwijfeld dat ook zij al één zijn met andere christenen in het Mystiek Lichaam van Christus. Het was immers al moeilijk genoeg om dit ene klooster van de grond te krijgen, want het verzet daartegen, zowel vanuit de hiërarchische leiding van de Benedictijner Orde als vanuit Rome was groot. De auteurs winden er geen doekjes om en noemen naam en toenaam als dat nodig is. Als lezer voelde ik me soms beschaamd over de wijze waarop met de visie, maar vooral met de integriteit van Dom Lambert is omgesprongen. Dat de Kerk de tijd, zo niet de eeuwigheid, aan zichzelf heeft en dus geen boodschap heeft aan nieuwe visies of begeesterde mensen als Dom Lambert op momenten dat het haar niet uitkomt, wordt met deze biografie eens te meer aangetoond. De vraag ‘wie spreekt namens God?’ wordt beantwoord met ‘Wij, de Kerk’, hetgeen ertoe heeft geleid dat Dom Lambert zelfs in zijn authentiek monnik-zijn werd miskend, gedurende de jaren 1932- 1951 werd verbannen uit ‘zijn geesteskind’, het klooster in Amay, en nadien alleen als gast mocht verblijven in Chevetogne, waar hij is overleden. Van enig herstel van zijn goede naam heeft Dom Lambert pas aan het einde van zijn leven iets gemerkt, en dan nog vaak indirect. In zijn directe omgeving werd hij echter gedurende zijn hele leven wel beschouwd als een groot geestelijk leider, die zowel binnen als buiten zijn 24 ibidem, bladz. 55 25 ibidem, bladz. 120 26 ibidem, bladz.111 27 Bedoeld zijn de ritussen van de Westerse en Oosterse Kerken, en dan met name die van de Rooms-katholieke Kerk en van de Russische Orthodoxie. 28 Ibidem, bladz. 139

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=