Perspectief 2010-9

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 9, september 2010 24 Vir Dei et Ecclesiae - Dom Lambert Beauduin (boekrecensie) Eric Roovers In 2005 verscheen bij Editions de Cerf een biografie van Dom Lambert Beauduin 20 , waarvan in 2009 bij Valkhof Pers / Editions de Chevetogne de Nederlandse vertaling werd uitgegeven. 21 Gelukkig maar, want daarmee is een belangwekkende publicatie beschikbaar gekomen voor ieder die de Franse (theologische) taal onvoldoende beheerst. Het is daarbij prijzenswaardig dat de vertaler de moeite heeft genomen om aan het boek een kernachtige verklarende woordenlijst toe te voegen, met instemming overigens van een van auteurs, Jacques Mortiau, die hiervoor zelf de bijdrage over het Mystiek Lichaam schreef. Dat is niet zonder belang, want juist dit begrip vormt de sleutel tot het verstaan van Dom Lambert en zijn inzet voor liturgie en oecumene. Dom Lamberts leven wordt gekenmerkt door zijn onophoudelijke pogen om steeds dieper door te dringen in de betekenis van (de leer van) van het Mystiek Lichaam van Christus, zowel voor zijn werk als voor zijn persoonlijke leven. Die leer vormde voor hem “de grondslag van de liturgie (de onophoudelijke lofzang die zowel op aarde als in de hemel door Christus in naam van zijn Mystiek Lichaam tot de Vader wordt gericht) en is de drijvende en richtinggevende kracht achter de oecumenische demarche, de norm van het monastiek leven (dat meer is dan een conglomeraat van individuen die elk apart hun persoonlijke heiliging nastreven) en de basis van de christelijke spiritualiteit (geroepen om geheel en al ecclesiaal te zijn).” 22 De lezer van het boek doet er goed aan de notie van het Mystiek Lichaam steeds in het achterhoofd te houden, al verzuimden de auteurs niet om ze regelmatig te memoreren in de loop van hun verhaal. Dat verhaal wordt met kennis van zaken verteld, wat mag worden verwacht van beide auteurs die eerder samen Un pionnier, Dom Lambert Beauduin (1873-1960) publiceerden, een omvangrijke studie van meer dan 1600 bladzijden. In zestien hoofdstukken werken ze in de nieuw verschenen biografie het levensverhaal van Dom Lambert uit, dat zich op sommige momenten eerder laat lezen als een roman dan als een biografie, hetgeen de leesbaarheid en toegankelijkheid van het boek alleen maar bevorderd. Het doorlopende levensverhaal wordt onderbroken door drie, meer theologische beschouwingen. In hoofdstuk III gaat het over de liturgie, die voor Dom Lambert de basis vormde van zijn inzet voor (de eenheid van) de Kerk en voor de herbezinning op de toenmalige liturgische praktijk en de theologische visie op (de viering van) de eucharistie. “De mis is niet alleen een offer maar ook een gedachtenismaal. Ook dat moest opnieuw onder de aandacht worden gebracht. Bij het ‘dit’ in Christus’ uitspraak ‘doe dit om mij te gedenken’ gaat het om een maaltijd, en wel om een ‘gemeenschapsmaal’ – wat iets heel anders is dan ‘geestelijk voedsel’ – want de Vader nodigt ons uit aan zijn gezinstafel. … We leggen te weinig de nadruk op het gemeenschaps aspect van de eucharistie, we moeten meer de nadruk leggen op de onderlinge gemeenschap die de eucharistie tot stand brengt en daarbij voor ogen houden dat de gemeenschap met ons Hoofd even onlosmakelijk verbonden is met onze gemeenschap met elkaar als de twee geboden van de liefde onafscheidbaar zijn.” 23 Dom Lambert zag de eucharistie als instrument bij uitstek om het Lichaam van Christus, dat in zichzelf één is, tot eenheid te brengen. “De daden van Christus zijn oecumenisch, universeel. Hij heeft ze niet gesteld voor een bepaald gebied of volk. Ze zijn even reëel tot ons gericht als tot degenen die er ooggetuigen van waren. … De kerk heeft de opdracht om 20 Jacques Mortiau en Raymond Loonbeek, Dom Lambert Beauduin, visionnaire et précurseur (1873-1960). Un moine au coeur libre. Editions de Cerf, 2005 21 Jacques Mortiau en Raymond Loonbeek, Dom Lambert Beauduin (1873-1960), stichter van Chevetogne, voorloper met een wijde blik. Valkhof Pers, 2009, 280 blz., geïll. 22 ibidem, bladz. 269-270 23 ibidem, bladz. 53

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=