Perspectief 2010-8

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 8, juni 2010 11 IS CHRISTUS DAN VERDEELD? (1 Kor. 1, 13) Naar een gastvrije en uitnodigende liturgie Inleiding De oecumenische beweging van de 20 e eeuw werd gedragen door drie andere, grote bewegingen binnen de christenheid: - de zendingsbeweging en in haar gevolg de opkomst van vele nieuwe, zelfstandige kerken in Afrika, Azië en Latijn- Amerika; - de bijbelbeweging die leidde tot bijbelverspreiding, bijbelvertaling en kritische bijbelstudie over kerkgrenzen heen; - de liturgische beweging, die temidden van de veelheid van liturgische teksten, gebruiken en gewoonten in even zovele kerktradities op zoek ging naar de bronnen van de liturgie in de bijbel, in het jodendom en de vroege kerk, en die nadacht over de theologische grondslagen van de christelijke eredienst, haar gebeden, haar feesten, haar sacramentele tekens, haar vormen en gestalten in de loop der eeuwen. Deze drie dragende bewegingen van het oecumenische leerproces, dat de kerken met elkaar zijn aangegaan – vanaf Vaticanum II in beginsel met de volmondige deelname van de Rooms-katholieke Kerk – hangen innerlijk samen. Alle drie hebben ze de inzet nodig van de plaatselijke geloofsgemeenschap met de ondersteuning van theologen en kerkleiders. Alle drie betreffen ze de kernmomenten van het christelijke overleveringsproces en het hart van het kerkelijk leven. Alle drie raken ze ook het gewone leven van mensen die geloven in God en leerling willen zijn van de Jezusbeweging, zoals het Mattheüs-evangelie daartoe oproept: “De elf leerlingen gingen naar Galilea, naar de berg waar Jezus hen had onderricht, en toen ze hem zagen bewezen ze hem eer, al twijfelden enkelen nog. Jezus kwam op hen toe en zei: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld”. (Mt. 28, 16- 20) In Handelingen 2, 41-42 klinkt de echo na van deze opdracht: “Degenen die zijn (Petrus’) woorden aanvaardden lieten zich dopen; op die dag breidde het aantal leerlingen zich uit met ongeveer drieduizend. Ze bleven trouw aan het onderricht van de apostelen, vormden met elkaar een gemeenschap, braken het brood en wijdden zich aan het gebed”. Met deze twee teksten is de eeuwen door de structuur of het grondplan van de christelijke eredienst gegeven, dat naar tijd en plaats is ingekleurd met vele culturele en rituele elementen. Tegelijk geven ze ook de diepste fundamenten aan van het oecumenische leerproces, waarop de kerken in de 20 e eeuw massaal hebben ingetekend, maar dat nog lang niet is voltooid en dat vele strubbelingen en hobbels kent: fundamentele theologische keuzen wat betreft de kerkvisie en de kerkorde, de wereldwijde groei van het religieuze en levensbeschouwelijke pluralisme, een niet te stuiten separatisme van telkens nieuwe christelijke groeperingen en tenslotte de asymmetrische verhoudingen tussen de kerken, die Dr. Anton Houtepen is emeritus hoogleraar Oecumenica aan de Theologische Faculteit van de Universiteit Utrecht. In de jaren zeventig was hij gedelegeerde voor de oecumene van het bisdom Breda en tevens bestuurslid van de St. Willibrordvereniging. Hij was lid van de Sectie Theologische vragen / Geloofsvragen van 1977-1987 en van de Beraadgroep Geloven en Kerkelijke Gemeenschap vanaf 2001. Hij was voorzitter van de Werkgroep Gemengd Huwelijk van 1972-1982 en voorts betrokken bij vele aspecten van het werk van de Raad van Kerken in Nederland.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=