Perspectief 2010-8

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 8, juni 2010 12 een waarlijk gelijkwaardige dialoog bemoeilijken. 2 Die hobbels en strubbelingen werken uiteraard door in het streven naar waarachtige gezamenlijke eredienst over kerkgrenzen heen, naar koinonia of communio van alle Jezusleerlingen (Hand. 2, 42 en 4, 22-25). Het intercommunievraagstuk: samen vieren, maar met een voorbehoud Reeds in 1874 organiseerde de Anglicaanse theoloog Arthur Stanley, Deken van Westminster Abbey in Londen, een gemeenschappelijke eucharistieviering ( communion service ) waarbij hij christenen uit allerlei kerken en bewegingen, die wilden gaan samenwerken aan een Nieuwe Bijbelvertaling, in het openbaar uitnodigde om gezamenlijk deel te nemen aan de communie. Hij motiveerde dit initiatief als volgt: “Er is een onafzienbare, onweerstaanbare beweging gaande, die alle kerken op een mysterieuze wijze naar elkaar toe trekt, die hen uit hun isolement en exclusivisme bevrijdt, omdat ze zich allen hun onvolkomenheden realiseren en elkaar nodig hebben om uit te groeien naar de volmaakte Kerk”. 3 De aanleiding zelf tot dit initiatief was het inzicht dat een gezamenlijke bijbelvertaling ook een terugkeer betekende naar de bron van de christelijke liturgie, het geleefde geloof van Israël en de boodschap en het lot van Jezus, de Christus, en zijn getrouwen, waaraan de eeuwen door gebeden, liederen, sacramentele symbolen en handelingen, de zondagsviering en de feesten van het liturgisch jaar, de geloofsverkondiging en morele bemoediging, vermaning en vergeving zijn ontleend. Als we de bron gezamenlijk willen laten spreken, aldus Stanley, dan dienen we elkaar bij het gebruik van die bron niet te ontlopen. Liturgie vieren betekent verbonden zijn met allen die staan in deze ene traditie van het verhaal van God met de mensen. 4 Het initiatief slaagde maar ten dele, want niet alle genodigden namen deel en er stak een storm van protest op van verschillende kerkleiders en kerkleden, die zich daarna bij tal van oecumenische conferenties en plaatselijke vieringen zou herhalen. Tot op de huidige dag is dit zogenaamde intercommunievraagstuk, ondanks een eeuw van georganiseerd oecumenisch beraad over geloofsvragen en kerkvormen, bijbel en traditie, eredienst en dienst, sacramenten en ambten, nog lang niet opgelost. 5 Het is wellicht een van de ergste pijnpunten van de christelijke verdeeldheid, dat we als christenen wel belijden dezelfde God te willen eren en dienen, maar dat we feitelijk naast en soms ook tegenover elkaar beleven . Door geloof en doop weten we ons immers verbonden met de God van Abraham, Isaak en Jacob en leven we in gemeenschap met Jezus, de Christus. 6 Dat verbindt ons in lijf en ziel met alle Abrahamskinderen en met alle Jezusleerlingen. Maar feitelijk weigeren christenen uit diverse kerken elkaar de hand van koinonia (3 Joh. 10) als we samenkomen tot zijn gedachtenis en sluiten we elkaar uit aan de maaltijd van de Messias. Oosters-orthodoxe en 2 Vergelijk. A. Houtepen, Een asymmetrische dialoog. Historische kanttekeningen bij de onderlinge erkenning van de kerkelijke ambten (Utrechtse theologische Reeks nr. 22), Utrecht, 1994 3 Geciteerd in: Ruth Rouse & Stephen Neill, A History of the Ecumenical Movement 1517-1948, SPCK, London 1967, 276 4 Vergelijk § 24 van de Constitutie over de Liturgie van Vaticanum II. Het daar geboden perspectief vermeldt echter alleen “de eerbiedwaardige traditie van de oosterse en westerse ritussen”. De liturgische vieringen van de kerken uit de Reformatie lagen bij deze eerste concilietekst (1963) kennelijk nog buiten het vizier. Pas in de constituties over de Kerk en in het Decreet over de Oecumenische Beweging komen zij positief ter sprake ( Lumen Gentium §§ 8, 13, 15 en Unitatis Redintegratio §§ 3, 4, 8, 9, 20-23 ). In § 23 wordt gezegd: “De christelijke leefwijze van deze broeders wordt gevoed door hun geloof in Christus en gesterkt door de genade van hun doop en het aanhoren van het Woord van God. Zij openbaart zich in persoonlijk gebed en overweging van de bijbel, in het christelijk gezinsleven en in de eredienst van de gemeente, wanneer zij samenkomt om God te prijzen. Bovendien vertoont hun eredienst soms opvallende elementen van onze oude, gemeenschappelijke liturgie.” 5 Zie de brochure van de Sectie Geloofsvragen van de Raad van Kerken in Nederland, Intercommunie. Het asymmetrische geloofsgesprek tussen protestanten en katholieken, Boekencentrum, Zoetermeer 1999, en de daarin aangegeven litteratuur. 6 Vergelijk Unitatis Redintegratio § 22

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=