Perspectief 2010-7

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 7, maart 2010 9 K ERK EN K ERKENGEMEENSCHAP : CONSENSUS EN OPEN VRAGEN Het gaat hier vandaag om de presentatie van de resultaten van vijf jaar werk van de internationale dialoogcommissie, die officieel werd ingesteld door het Rooms-katholieke Secretariaat ter bevordering van de Eenheid van de Christenen en de leiders van de Unie van Utrecht. 1 Dat maakt mij voorzichtig, want officiële presentaties van oecumenische dialoogresultaten in het gehele afgelopen decennium gingen voortdurend met tegenslagen gepaard. Ik noem alleen de ernstigste. Onmiddellijk na de feestelijke ondertekening van de Gemeinsame Erklärung zur Rechtfertigungslehre (de Gemeenschappelijke verklaring over de rechtvaardigingsleer) tussen Rome en de Lutherse Wereldfederatie precies tien jaar geleden in Augsburg kondigde Rome een eersteklas aflaat aan voor het jubeljaar 2000. Zelfs het bijwonen van oecumenische diensten werd met een aflaat beloond!. Toen vervolgens in augustus 2000 het officiële resultaat van de dialoog tussen de Duitse bisschoppenconferentie en de bisschoppenconferentie van de Verenigde Evangelische Kerk van Duitsland tijdens een persconferentie werd gepresenteerd, kwam drie dagen daarna de verklaring van de Roomse Congregatie voor de Geloofsleer, Dominus Iesus, als een koude douche. Misschien zijn er Nederlandse parallellen te noemen. In elk geval ging het in Duitsland stevig verder. Een paar dagen voor de viering van tien jaar ondertekening van de Gemeinsame Erklärung zur Rechtfertigungslehre bracht het centraal bureau van de Evangelische Kirche in Deutschland (EKD) een document naar buiten met grove persoonlijke beledigingen aan het adres van de voorzitter van de Duitse katholieke bisschoppenconferentie en met neerbuigende uitlatingen over de katholieke Kerk als geheel. Kort daarvoor had de affaire met de Piusbroederschap het oecumenische klimaat al bedorven. De EKD meende ons hieromtrent goede manieren te moeten leren. Op beide voorvallen volgde een grote verzoening met veel publiciteit, en bijna op de dag af van de verkiezing van de vrouwelijke bisschop Kässmann tot voorzitter van de raad van de EKD betrad een nieuwe oecumenische speler het toneel. Het patriarchaat van Moskou verbrak de officiële relaties met de EKD en keek met een scheef oog naar de Rooms-katholieke Kerk, die bisschop Kässmann met warme woorden met haar verkiezing had gefeliciteerd. En om de chaos compleet te maken, zorgde Rome voor een katholiek onderdak voor die anglicanen, die misschien toch beter maar meteen een onderkomen bij het patriarchaat van Moskou zouden moeten zoeken. En precies op dit tijdstip verschijnt het verslag van de Rooms-katholieke – Oud-katholieke dialoog met het begrip kerkelijke gemeenschap in de titel. Is het vreemd, dat bij deze samenloop van omstandigheden bepaalde spontane associaties in je hoofd opkomen? Voordat dit gebeurt wil ik de bijzondere en unieke positie van de Oud-katholieke – Rooms- katholieke dialoog bepalen en wel aan de hand van uitspraken die in de tekst zelf staan. Daarmee zou het kunnen lukken deze buiten de huidige oecumenische woelingen te houden. I. Het is voor het eerst dat in een oecumenische dialoogtekst als de onze meteen in de eerste zin van het voorwoord wordt geconstateerd, dat met de nieuwe ecclesiologische zelfbepaling door het Tweede Vaticaans Concilie ook een “... gedifferentieerde herwaardering van de ecclesiale status van de niet-Rooms-katholieke kerken en kerkelijke gemeenschappen ...” 1 Kerk en kerkelijk gemeenschap. Verslag van de internationale Rooms-katholieke / Oud-katholieke dialoogcommissie. In: Kerkelijke Documentatie jrg. 37, nr. 9-10, SRKK Utrecht, november 2009, blz. 21-78 Prof. dr. Hans Jörg Urban is Rooms-katholiek theoloog en was jarenlang verbonden aan het gezaghebbende Johann Adam Möhler Institut in Paderborn in Duitsland

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=