Oecumenisch Directorium

OECUMENISCH DIRECTORIUM 94 uitdrukkelijke weigering van de niet-katholieke partij in aanmerking te nemen. 151. Bij het vervullen van zijn plicht om het katholieke geloof over te dragen aan zijn kinderen, dient de katholieke ouder de godsdienstvrijheid en het geweten van de andere ouder te respecteren, en zorg te dragen dat de eenheid en bestendigheid van het huwelijk en ook de eensgezindheid in het gezin bewaard blijven. Als ondanks alle inspanningen de kinderen niet gedoopt of opgevoed worden in de r.-k. kerk, valt de katholieke ouder niet onder de censuur van het kerkelijk recht.143 Maar zijn verplichting om met zijn kinderen het katholieke geloof te delen vervalt niet. Deze eis blijft bestaan en kan bijvoorbeeld met zich meebrengen dat hij actief bijdraagt tot het scheppen van een christelijke sfeer in het gezin, dat hij door woord en voorbeeld doet wat in zijn vermogen is om de andere gezinsleden achting bij te brengen voor de specifieke waarden van de katholieke traditie; dat hij alle noodzakelijke maatregelen neemt om, goed op de hoogte van zijn eigen geloof, in staat te zijn dit geloof uiteen te zetten en met anderen erover te discussiëren; dat hij met zijn gezin bidt om de genade van de eenheid onder de christenen zoals de Heer die wil. 152. Terwijl men goed voor ogen moet houden dat er leerstellige verschillen zijn die de volledige sacramentele en kerkrechtelijke gemeenschap tussen de r.-k. kerk en de verschillende Oosterse kerken in de weg staan, moet men bij de pastorale begeleiding van de huwelijken tussen katholieken en Oosterse christenen bijzondere aandacht besteden aan juist en degelijk onderricht over het geloof dat door de echtgenoten gedeeld wordt, en aan het feit dat men in de Oosterse kerken "ware sacramenten heeft en op grond van de apostolische successie met name het priesterschap en de eucharistie, waardoor zij met ons in zeer nauwe 143 Vgl. CIC, can. 1366, vgl. CCEO, can. 1439.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=