Oecumenisch Directorium

HOOFDSTUK V 105 DE OECUMENISCHE DIALOOG 172. De dialoog is het hart van de oecumenische samenwerking en begeleidt deze in al haar vormen. Dialoog eist dat men luistert en antwoord geeft, dat men tracht te begrijpen en zich te doen verstaan. Het betekent bereidheid om vragen te stellen en op zijn beurt te worden ondervraagd. Het is iets van zichzelf meedelen en vertrouwen hebben in wat anderen over zichzelf zeggen. Geleid door een oprechte liefde voor de waarheid moet ieder van de gesprekspartners bereid zijn om eigen inzichten en wijze van leven steeds meer te verduidelijken en te veranderen. Wederkerigheid en betrokkenheid op elkaar zijn wezenlijke elementen in de dialoog, alsmede het gevoel dat de deelnemers op voet van gelijkheid met elkaar verkeren.161 Door de oecumenische dialoog kunnen de lidmaten van de verschillende kerken en kerkelijke gemeenschappen elkaar leren kennen en vaststellen welke punten van geloof en praktijk zij gemeen hebben en op welke punten zij van elkaar verschillen. Zij trachten te begrijpen wat de wortel is van die verschillen, en na te gaan in hoeverre deze een werkelijk obstakel zijn voor gemeenschappelijk geloof. Wanneer zij tot het inzicht komen dat de verschillen onderlinge gemeenschap werkelijk in de weg staan, trachten zij middelen te vinden om ze te overwinnen in het licht van die punten van geloof die zij reeds gemeen hebben. 173. De r.-k. kerk kan de dialoog aangaan op het niveau van een diocees, op dat van de Bisschoppenconferentie of de Synoden van de katholieke Oosterse kerken, en op het niveau van de universele kerk. Daar de r.-k. kerk een universele gemeenschap vormt van geloof en sacramenteel leven, kan zij op ieder van die niveaus een samenhangend en eenduidig standpunt innemen. Wanneer er slechts één kerk of gemeenschap als 161 Vgl. Unitatis redintegratio, 9.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=