Oecumenisch Directorium

OECUMENISCH DIRECTORIUM 106 gesprekspartner is, spreekt men van een bilaterale dialoog; zijn het er meer, dan wordt hij multilateraal genoemd. 174. Op plaatselijk niveau hebben christenen talloze gel egenheden om met elkaar van gedachten te wisselen; dat kunnen gewone alledaagse gesprekken zijn, maar evengoed vergaderingen waarin men vanuit christelijk perspectief tezamen praat over plaatselijke kwesties, of problemen bespreekt van bepaalde beroepsgroepen (artsen, sociale werkers, ouders, mensen in het onderwijs); ook groepen die zich bezig houden met het bestuderen van typisch oecumenische onderwerpen, bieden een dergelijke gelegenheid. De gesprekken kunnen worden gevoerd door groepen waarvan de deelnemers leken, leden van de geestelijkheid of vaktheologen zijn, of door een groep die is samengesteld uit leden die uit dergelijke groepen afkomstig zijn. Of nu die gedachtewisselingen, doordat ze formeel door het kerkelijk gezag zijn ingesteld of bekrachtigd, een officiële status hebben of dat dit niet het geval is, steeds zullen ze gekenmerkt moeten worden door een zeer krachtig kerkbesef. De eraan deelnemende katholieken dienen te beseffen hoe nodig het is dat zij hun geloof goed kennen en dat het vast in hun leven verankerd is, en zij dienen ervoor te zorgen dat zij in hun denken en willen in gemeenschap blijven met hun kerk. 175. Bij sommige dialogen hebben de deelnemers een mandaat van de hiërarchie om niet op persoonlijke titel maar als afgevaardigde vertegenwoordiger eraan deel te nemen. Een dergelijk mandaat kan worden verleend door de plaatselijke ordinaris, door de Synode van de katholieke Oosterse kerken of de Bisschoppenconferentie voor het eigen territorium, of door de Heilige Stoel. In dat geval hebben de katholieke deelnemers een speciale verantwoordelijkheid ten opzichte van het gezag dat hen heeft gezonden. Ook is de instemming van dat gezag nodig voordat een bepaalde uitkomst van de dialoog officieel bindend is voor de kerk.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=