Oecumenisch Directorium

OECUMENISCH DIRECTORIUM 10 koinonia/communio (gemeenschap). Juist dit sleutelbegrip ligt ten grondslag aan de ecclesiologie van het Tweede Vaticaans Concilie,17 en juist daarop heeft het officieel kerkelijk leerambt in de laatste tijd veel nadruk gelegd. DE KERK ALS COMMUNIO 13. De gemeenschap waarin de christenen geloven en waarop zij hopen, is in diepste wezen hun eenheid met de Vader door Christus en in de heilige Geest. Sinds Pinksteren wordt zij geschonken en ontvangen in de kerk, de gemeenschap van de heiligen. Zij komt tot volkomenheid in de hemelse glorie, maar wordt reeds werkelijkheid in de kerk op aarde, terwijl zij naar die volheid op weg is. Zij die verenigd leven in geloof, hoop en liefde, in onderling dienstbetoon, gemeenschappelijke leer en sacramenten, onder leiding van hun herders,18 hebben deel aan de gemeenschap die de kerk van God vormt. Deze gemeenschap neemt concrete gestalte aan in de particuliere kerken, ieder rond haar bisschop verzameld. In elk daarvan "is de ene, heilige, katholieke en apostolische kerk van Christus werkelijk aanwezig en werkzaam".19 Uit haar wezen zelf is deze gemeenschap dus universeel. 14. Op een bijzondere wijze blijft de gemeenschap tussen de kerken in stand en wordt zij zichtbaar in de onderlinge gemeenschap van hun bisschoppen. Dezen vormen samen een college dat opvolger is van het apostelcollege. Aan het hoofd van dit college staat de bisschop van Rome als opvolger van Petrus.20 Zo zijn 17 Vgl. Bisschoppensynode, buitengewone zitting van 1985, eindverslag: "De ecclesiologie van de communio is de centrale en fundamentele gedachte van de conciliedocumenten" (hfdst. l); vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Brief aan de bisschoppen van de katholieke kerk over enkele aspecten van de kerk als ‘communio' (28 mei 1992). 18 Vgl. Lumen gentium, 14. 19 Christus Dominus, 11. 20 Vgl. Lumen gentium, 22.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=