Oecumenisch Directorium

HOOFDSTUK I 11 de bisschoppen de waarborg dat de kerken waarvan zij de bedienaren zijn, de éne kerk van Christus voortzetten die gefundeerd is op het geloof en het ambt van de apostelen. Zij stemmen de geestelijke krachten en gaven van de gelovigen en hun organisaties op elkaar af tot opbouw van de kerk en de volle uitoefening van haar zending. 15. Iedere particuliere kerk, in zichzelf vereend en levend in gemeenschap met de ene, heilige, katholieke en apostolische kerk, wordt in naam van Christus en uit kracht van de heilige Geest uitgezonden om het evangelie van het Rijk te brengen aan steeds meer mensen en hun deze gemeenschap met God aan te bieden. Bij aanvaarding daarvan treden ook deze mensen in gemeenschap met allen die haar reeds ontvingen, en worden zij samen met hen gevormd tot een ware familie van God. Door haar eenheid getuigt deze familie van die gemeenschap met God. In deze zending nu van de kerk gaat het gebed van Jezus in vervulling, want Hij heeft gebeden "opdat zij allen één mogen zijn zoals Gij, Vader in Mij en Ik in U: dat ook zij in Ons mogen zijn opdat de wereld gelove dat Gij Mij gezonden hebt".21 16. De gemeenschap binnen de particuliere kerken en tussen hen onderling is een gave Gods. Deze moet met vreugde en dankbaarheid worden aanvaard en zorgvuldig worden gecultiveerd. Op bijzondere wijze rust de zorg daarvoor bij hen die geroepen zijn om in de kerk het ambt van herder te bekleden. De eenheid van de kerk komt tot stand te midden van een rijke verscheidenheid. De verscheidenheid in de kerk is een dimensie van haar katholiciteit. Toch kan juist deze rijke verscheidenheid spanningen veroorzaken in de gemeenschap. Maar ondanks deze spanningen blijft de heilige Geest werkzaam in de kerk 21 Joh 17,21.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=