Doof de Geest niet uit

REFLECTIE OP SPECIFIEKE CHARISMA’S 29 en in overeenstemming met de naastenliefde, die de ware maatstaf van alle charisma’s is (cf. 1 Kor. 13). 75. Een sleutelpassage over de onderscheiding van geesten in het Nieuwe Testament is te vinden in de lijst van charisma’s van Paulus in 1 Kor. 12:8-11: ‘Aan de één wordt door de Geest…geschonken…de kracht…om te profeteren, om te onderscheiden wat wel en wat niet van de Geest afkomstig is [diakrisis pneumaton]….Al deze gaven worden geschonken door een en dezelfde Geest, die ze aan iedereen afzonderlijk toebedeelt zoals hij wil.’ Paulus waardeert niet alleen de gaven die boodschappen van God bekend maken (een woord van kennis, een woord van wijsheid, profetie, tongentaal en de uitleg van tongen), maar ook de gave om de waarachtigheid van die boodschappen te onderscheiden, een onderscheiding die nodig is omdat zij door feilbare mannen en vrouwen worden overgebracht. 76. In 1 Korintiërs 14, waar Paulus aanwijzingen geeft aangaande de orde in de openbare eredienst, lijkt hij op onderscheiding te wijzen als een gave die even gebruikelijk was als profetie; deze was nodig wanneer profetische gaven werden uitgeoefend, opdat de Kerk kon bepalen of zij geestelijk opbouwend waren voor de verzamelde gelovigen. De aanwijzing van Paulus was dat twee of drie mensen mochten profeteren in een eredienst, wat gevolgd zou worden door de onderscheiding van de rest van de aanwezigen: ‘daarna moeten de anderen het beoordelen’ (1 Kor. 14:29). Dus, een zekere mate van onmiddellijke onderscheiding was een vast onderdeel van de spontane charisma’s in de openbare eredienst. 77. Het is de geregelde praktijk van onderscheiding die de verzamelde gemeenschap in staat stelt andere charisma’s vrijelijk te uiten in een sfeer van steun en bemoediging en bereidheid verantwoording af te leggen. Dit wordt bevestigd in de duidelijke vermaning van Paulus aan de gemeente in Tessalonica: ‘Doof de Geest niet uit en veracht de profetieën niet die Hij u ingeeft. Onderzoek alles, behoud het goede en vermijd elk kwaad, in welke vorm het zich ook voordoet’ (1 Tess. 5:19-21). De gelovigen moesten de vrijheid van de Heilige Geest omarmen en de charisma’s beoefenen in volle verwachting dat dezelfde Geest hen de gave van onderscheiding van geesten zou schenken, die hen zou helpen zich te beschermen tegen een valse leer en verdeeldheid.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=