Doof de Geest niet uit

HOOFDSTUK II 12 26. De Geest schenkt gelovigen gaven van de Geest om het lichaam van Christus op te bouwen. De Geest is het beginsel van de eenheid (koinonia) tussen de diversiteit van charisma’s en bedieningen (1 Kor. 12:4-5). Terwijl God in zijn soevereiniteit de charisma’s uitdeelt, nodigt hij zijn kinderen uit dichtbij de Gever van de gaven te komen, de uitnemendheid ervan te beamen en er oprecht naar te verlangen. Pinkstergelovigen worden bemoedigd door de leer van de katholieke Kerk dat ‘Aan elke gelovige die deze charismatische gaven, ook al zijn het zeer eenvoudige, ontvangt, wordt daarmee het recht en de opdracht verleend deze in de Kerk en in de wereld te gebruiken tot welzijn van de mensen en tot opbouw van de Kerk in de vrijheid van de Heilige Geest, die blaast waarheen Hij wil (Joh. 3:8)’ (Tweede Vaticaans Concilie, Decreet over het lekenapostolaat 3; cf. Dogmatische Constitutie van de Kerk 12). 27. Katholieken en pinkstergelovigen zijn het erover eens dat de Heilige Geest de Kerk toerust met zowel institutionele als charismatische gaven (1 Kor. 12:28). De institutionele dimensie van de Kerk betreft de werking van de Heilige Geest in de door Christus ingestelde structuren van leiderschap. De charismatische dimensie betreft de werking van de Heilige Geest onder gelovigen van iedere stand, voortdurend, spontaan en vaak onvoorspelbaar. Deze twee dimensies zijn beide essentieel voor de Kerk en vullen elkaar aan. De institutionele dimensie is charismatisch omdat zij door de Geest bezield wordt en op de Geest moet steunen, en de charismatische dimensie is institutioneel omdat zij door de Kerk onderscheiden moet worden en op de juiste wijze in dienst van de Kerk geordend moet worden. Katholieken en pinkstergelovigen erkennen en waarderen de gezonde spanning die er is tussen de charismatische en institutionele dimensies. Beide zijn onderworpen aan de vermaning van Paulus: ‘Ik zeg u allen dat u zichzelf niet hoger moet aanslaan dan u kunt verantwoorden, maar verstandig over uzelf moet denken’ (Rom. 12:3). 28. Pinkstergelovigen en katholieken zijn het erover eens dat de Heilige Geest leiders werft en hen begiftigd met gaven om de christelijke gemeenschap onderricht te geven en te leiden en haar te helpen groeien in heiligheid. In de Kerk is gezag een gave van God, en het moet beoefend worden als een dienst naar het voorbeeld van Christus (Mar. 10:42-45). Christus zelf is de hoogste herder van de

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=