Onze Vader - Vader van allen

2 Bij de Kerkvaders ontdekken we ook dat het Onze Vader vanaf het allereerste begin van de kerk een belangrijke plaats in de catechese gehad: omdat het om een gebed gaat dat Jezus ons geleerd heeft en omdat het vaak gezien wordt als een samenvatting van het evangelie. De meeste teksten die we hebben gebruikt zijn geschreven voor leerlingen die catechese volgden om de doop te mogen ontvangen en Christen te worden. Tertullianus van Cathago (+ 160 - + 230) Tertullianus is een vroege ‘kerkvader’ die in het Noord Afrikaanse Carthago leefde. Hij was vermoedelijk van voorname komaf en moet een goede opleiding genoten hebben. Rond het jaar 190 werkt hij als rechtsgeleerde in Rome. Geraakt door het geloofsvertrouwen van de martelaren in zijn tijd, bekeerde hij zich rond 194 tot het Christendom. Hij legde zijn toga af en kleedde zich in een eenvoudige filosofenmantel. Het getuigenis van de martelaren is voor hem een sleutel om het christelijk geloof te verstaan. Hij zoekt in zijn geschriften dan ook niet het compromis, maar de eigen identiteit van de Christen. Er zijn dan ook momenten waarop je Tertullianus star en streng kunt noemen. In zijn boekje ‘Over het gebed’ schreef hij waarschijnlijk voor doopleerlingen. Zijn commentaar is echter geschikt voor iedereen die meer wil weten over het christelijk geloof. Tertullianus is gefascineerd door de korte en bondige formulering van het gebed, waarin een “uitgebreid en vruchtbaar gedachtegoed” is samengevat: Hij noemt het ‘Onze Vader’ het evangelie ‘in een notendop’. Cyprianus van Carthago (+ 200 - + 258 ) Cyprianus werd niet lang na de dood van Tertullianus bisschop van Carthago. Ook hij was een bekeerling van voorname komaf. Toch zouden met name de armen van Carthago hun keus voor Cyprianus hebben gemaakt. Onder de priesters was juist tegenstand en angst voor de populariteit van Cyprianus. Er was een ernstige vervolgingsgolf tijdens zijn periode als bisschop en hij zou daarvoor gevlucht zijn en vanuit zijn schuilplaats de kerk hebben geleid. De zware tijd waarin de kerk leefde, moet het strenge karakter en ferme beleid van de bisschop versterkt hebben. Uiteindelijk is hij wel als Martelaar gestorven. In het boekje ‘Over het gebed des Heren’ lijkt Cyprianus voor doopleerlingen te schrijven. Hij kende het werk van Tertullianus en hij voegt eraan toe: “als Jezus die zonder zonde was, al bad, hoeveel te meer moeten zondaars dan bidden!´ Voor Cyprianus sluit het Onze Vader aan bij het gebed van Jezus voor de kerk “opdat allen één zijn, zoals ook U, Vader in mij en ik in U, zodat ook zij in Ons zijn” (Joh. 17:20-21).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=