Pagina 20 - Overig

Basis HTML versie

2 0
Kinderen geven kleur aan geloven
2
Als christenen met volle overtuiging achter
dit verbod gingen staan, ontwikkelden ze
een regelrechte icoonvijandige leer.
Christenen die wél voor iconen kozen, wer-
den dan verketterd door de iconenbestrij-
ders.
Overigens, iconen zijn soms ook om externe
niet-principiële redenen verdwenen, gewoon
door de teisteringen van de geschiedenis. Met
de iconen zelf verdween dan eveneens de ico-
nen
traditie
.
Toch is er geen enkele hedendaagse oosterse
kerk die om principiële redenen iconen
afwijst.
Efrem de Syriër
Als ik kijk naar die zeer verschillende praktij-
ken en waarderingen inzake iconen in oosterse
kerken, dan haal ik graag een woord van
Efrem aan. Efrem raakt mijns inziens aan de
kern, wanneer hij het volgende zegt in een
hymne:
Zie, Uw beeld is gevormd
met het bloed van de druiven — op het brood,
en gevormd op het hart
door de vinger van de liefde
met de verf — van het geloof.
Efrem werkt hier een beeld uit vanuit de
Maaltijd des Heren. In de Syrische traditie
tekent de voorganger met aan zijn vinger wat
geconsacreerde wijn het geheiligde brood.
Efrem leefde vrijwel zeker nog in die oud-ker-
kelijke traditie die het zonder iconen stelde.
Iconen op zich waren voor zijn locale kerk
geen issue. Wel duidt Efrem hier al op de kern,
waar het bij iconen om gaat. Ik zelf vat Efrem’s
woorden graag zó op: of een oosterse kerkelij-
ke traditie nu iconen heeft of niet, het gaat om
die kern: het hart, het geloof en
last but not
least
om het Ware Beeld: Christus.
Icoon in Oosters-Orthodoxe Kerk
De Vlaamse filosoof Paul Moyaert zegt in zijn
recente boek ‘
Iconen en beeldverering
’ (2007)
dat de aanvankelijke afwezigheid van iconen
in de vroege Kerk, op grond van het oudtesta-
mentische beeldverbod, op de lange duur
logisch gezien niet meer houdbaar was. God is
immers mens geworden in Jezus Christus. Dus
je kunt Hem afbeelden. Binnen de context en
lange geschiedenis van het oosterse christen-
dom heeft de Byzantijnse traditie, de Oosters-
Orthodoxe Kerk, hieruit een duidelijke conclu-
sie getrokken. Ze heeft tegenover de icoonvij-
andige stroming in haar eigen gelederen de
icoon verdedigd. En de icoon is niet enkel en
alleen een pedagogisch instrument, maar
bemiddelt ook als het ware een tegenwoordig-
heid. Bij een icoon van de heilige Paulus wor-
den we niet alleen maar herinnerd aan een
goed voorbeeld uit het verre bijbelse verleden,
maar treden we ook in een soort symbolische
ontmoeting met de heilige, van wie we mogen
geloven dat deze deelt in de gemeenschap van
de heiligen, levend bij God.
De icoonvijandige stroming delfde in het
Byzantijnse Rijk het onderspit. De Kerk beves-
tigde met twee Oecumenische Concilies in de
8
e
(787) en 9
e
eeuw (869) de verering van de
iconen. Van toen af nam de icoon een hoge
vlucht in de Oosters-Orthodoxe Kerk.
Icoon in het Latijnse christendom
Hoe is het westen gevaren in de tussentijd? Het
westers christendom heeft vanaf zijn ontstaan
al heel snel kerkelijke figuratieve kunst gekend
en deze ruimschoots ontwikkeld. De Latijnse
Kerk heeft ook die twee genoemde
Oecumenische Concilies aanvaard. Het Westen
was nog in volledige kerkelijke gemeenschap
met de Byzantijnse Kerk. Men vertaalde de oor-
spronkelijk Griekse concilieteksten in het
Latijn. Van de eerste woorden van de besluiten
van één van die Concilies stamt ook de titel van
mijn lezing: ‘voortgaande op de koninklijke
weg’.
«Regiae quasi continuati semitae,…»
Er staat
in het Latijn eigenlijk letterlijk ‘voortgegaan
zijnde
’.
Moyaert zegt in zijn boek, dat de vertaling van
het conciliebesluit over de iconen vanuit het
Grieks in het Latijn niet erg goed was gedaan.
En dat er om die reden in het Westers christen-
dom wel misverstanden moesten ontstaan rond
de iconenleer van de Byzantijnse Kerk. Er zijn
afwijzende uitspraken van een lokale synode in
het Frankische Rijk, op het einde van de 8
e
eeuw (in 794) te Frankfurt. Deze synode heeft
de toon gezet van een bepaalde tendens in het
westerse christendom, waarbij de iconenvere-
ring
à la
de Byzantijnse Kerk in een kwade reuk
kwam te staan. Toch heeft die synode van
Frankfurt in de westerse kerk nooit de erken-
ning gekregen die het Tweede Oecumenisch
Concilie van Nicea uiteindelijk zou hebben.