Pagina 19 - Overig

Basis HTML versie

1 9
Kinderen geven kleur aan geloven
‘Voortgaande op
De Koninklijke Weg’
Iconen voor westerse Christenen
Als medewerker Oosterse Kerken van de
Katholieke Vereniging voor Oecumene
boeit het mij ontzettend, hoe iconen een
plek hebben bij westerse christenen: pro-
testanten en katholieken. Deze westerse
christenen zijn daarmee volgens mij
‘voortgaande op de koninklijke weg’. Dit
vrij vertaalde fragment uit de Latijnse ver-
sie van de besluiten van het Tweede
Concilie van Nicea (in 787) dat de iconen
rehabiliteerde, koos ik als de hoofdtitel
voor mijn voordracht. Het leek mij goed
om ter gelegenheid van deze tentoonstel-
ling - die een samenwerking is tussen Oost
en West – het thema van ‘iconen voor wes-
terse christenen’ wat nader te belichten.
E
erst kijk ik met u kort naar de plaats van
de icoon binnen het geheel van de
Oosterse Kerken, Daarna zoom ik in op
de Oosters-Orthodoxe Kerk, de kerk waarin
ten tijde van het Byzantijnse Rijk de icoon zijn
uiteindelijke triomf vierde. Vandaaruit kijken
we naar de plaats van de icoon in het westerse
christendom: in de geschiedenis én in de hui-
dige tijd. Ik zeg dan iets over een zeer vitaal
element van de liturgie, namelijk de actualisa-
tie en presentstelling, aan de hand waarvan ik
probeer het belang van de icoon te belichten.
Ik geef ook nog enkele gedachten ter overwe-
ging, en besluit daarna.
Plaats van de icoon in het christelijk
Oosten
Niet alle oosterse kerken hebben een duidelijke ico-
nentraditie
Er zijn grote verschillen tussen de vele ooster-
se kerken. Eén zo’n verschil is dat niet al deze
kerken een duidelijke iconentraditie kennen:
het gaat om oosterse kerken die geen enkele
band hebben – of niet
meer
hebben - met ico-
nen óf waarin iconen een enigszins gerespec-
teerde, maar deels ook onduidelijke positie
innemen. Natuurlijk zijn er oosterse kerken
waar iconen volop hun plaats hebben.
De afwezigheid of onder-vertegenwoordiging
van iconen in bepaalde oosterse kerken heeft
vele redenen. Ik noem er twee, die hier van
belang zijn:
1
In de vroege kerk waren er aanvankelijk
geen iconen. Het oudste christendom werd
bepaald door de als vanzelfsprekend over-
geërfde traditie uit het Oude Testament,
dat afbeeldingen niet zouden mogen van
God. Sommige oosterse kerken zijn in feite
ongemerkt trouw gebleven aan die traditie.