Pagina 13 - Overig

Basis HTML versie

1 3
Kinderen geven kleur aan geloven
der, hoe rationeel en georganiseerd ze in het
gewone leven ook zijn, hoe zorgvuldig gestyled
de babykamer ook is. Bij het verbijsterend ori-
ginele van dit nieuwe leven valt dat allemaal
even in het niet. Soms wordt er dan voor geko-
zen het kindje te laten dopen, soms bedenkt
men eigen vormen waarin de kostbaarheid van
dit kindje wordt gevierd. Jonge ouders die wel
thuis zijn in het geloof en kiezen voor de doop
doen dit ook niet uit louter traditie of automa-
tisme, ze willen er individualiteit in leggen,
willen zichzelf in de doopviering uitdrukken.
Pastores leveren steeds meer maatwerk. En als
het meezit wordt er werk gemaakt van doop-
catechese, maar vaak is daar weinig tijd voor.
En hoe gaat het dan verder met de geloofsop-
voeding?
We zien gebeuren dat het traditionele geloofs-
goed van de kerk, met haar vormen en ritu-
elen, met haar verhalen en gebeden, terrein
verliest. Verliest God daarmee terrein? Dat is
een belangrijke vraag, die ik niet met nee durf
te beantwoorden. Het terrein van God verzor-
gen en cultiveren wij. Ja, ik denk dat een met
liefde doorgegeven geloofscultuur een mensen-
gemeenschap opbouwt en behoedt. Bewaart
tegen gevaarlijke leegheid. Waar we vormen,
verhalen en symbolen over God kwijtraken,
laten we een leegte ontstaan die vrij gemakke-
lijk kan worden gevuld met niet-God, niet-zin,
onzin, geld en gewin, hatelijke praatjes.
Daartegen willen we kinderen beschermen
door hen te voeden met het goede. En het
begint bij hun spiritualiteit, het werk dat God
in hen begint.
Vindt spontane geloofservaring een bedding in
de kerk; of is het omgekeerde waar en vindt de
kerk haar bedding in de spontane geloofserva-
ring? Op het symposium vorige week werd
deze vraag gesteld. Mijn opvatting is dat ze
niet zonder elkaar kunnen. De spontane uitin-
gen van kinderen kunnen gedijen en betekenis
krijgen in de context van de kennis die wij
mensen over God hebben verzameld. Kinderen
hoeven niet alles opnieuw en alleen te ontdek-
ken. Die kennis is neergeslagen in de bijbel, in
de theologie, in symbolen en rituelen van litur-
gie. Omgekeerd kan de kerk niet leven, als ze
de spontane geloofsbeleving van kinderen en
van hen die zijn als kinderen, niet op waarde
schat, smoort in lessen en leringen.
De boodschap van het boek van Kitty
Bouwman aan ouders en pastores is: luister
naar je kind, wees gevoelig voor wat in dat
koppie en in die ziel omgaat. Al verrast je kind
je met uitspraken, ga er open mee om, wees
benieuwd, want misschien weet je kind wel
meer te vertellen dan je zelf ooit hebt bedacht.
Het is een relativerende boodschap: geloofsop-
voeding is geen zwaar werk, je hoeft het niet
allemaal erin te stoppen, God is allang begon-
nen.
We hebben dit boek bij de KBS graag willen
uitgeven, omdat het precies door die invals-
hoek een prachtige aanvulling vormde op de
geloofskoffertjes van het project
Geloven thuis
.
Die bieden juist veel vorm en inhoud aan om
de geloofszin van kinderen te wekken en
beleefbaar te maken, in verbondenheid met de
traditie waar we veel waarde aan hechten. Ze
zijn afgestemd op verschillende leeftijdsgroe-
pen. Daarin lijken ze op de aanpak van de ico-
nenschilderschool die kinderen per leeftijd-
groepen laat oefenen op een bepaald aspect
van verbeelding en techniek, passend bij hun
bevattingsvermogen.
Koffertjes
Willen we het geloof niet laten verdampen,
prijsgeven aan de wereld van de onzin, dan
moeten we manieren vinden om dit geloof
zowel mystiek als begrijpelijk en beleefbaar te
maken op een eigentijdse manier. Zodat men-
sen er spelenderwijs, inoefenend en creatief
mee om kunnen gaan. En zulk materiaal was
in katholiek Nederland met een kaarsje te zoe-
ken.
Tegen deze achtergrond heeft een redactie
bestaande uit mensen vanuit het Aartsbisdom
Utrecht, de Katholieke Bijbelstichting en het
Centrum voor Parochiespiritualiteit in
Nijmegen een paar jaar geleden dit idee ont-
wikkeld: wij moeten geloofsmateriaal maken
dat heel laagdrempelig is voor gebruik thuis,
door iedereen die iets met geloof wil. Thuis
begint het. Geloofsopvoeding begint niet als
het kind kan praten of lezen. Het begint bij
sfeer, bij samen beleven en doen en herhalen.
Wij zeiden: Stel … dat ouders het Onze Vader
of Wees gegroet willen bidden met hun kinde-
ren, maar ze kennen de tekst niet meer zo
goed. Waar vinden ze die dan? Zo kwam het
idee van de losse gebedskaarten tot stand, die
in een standaardje op tafel kunnen staan of in
een lijstje naast het bed. Stel … dat ouders hun
kind kennis willen laten maken met
Bijbelverhalen, ze kopen een kinderbijbel,