Pagina 10 - Overig

Basis HTML versie

1 0
Kinderen geven kleur aan geloven
onderwerp, daarna volgen dieren, huizen,
auto’s, vliegtuigen en bloemen. Kinderen teke-
nen vaak mensfiguren van de eigen sekse.
Daarnaast spelen sociale invloeden ook een
belangrijke rol. Voor een kind is het prettig als
het geprezen wordt; het laat dan ook graag
tekeningen zien.
Kinderen kunnen ook tekenen omdat ze zo
een symbolische wereld kunnen scheppen die
in het echte leven ontbreekt en waarover ze
controle kunnen uitoefenen. Kinderen kunnen
dus informatie geven in hun tekening en ook
kunnen ze persoonlijkheidskenmerken laten
zien. Op dit gebied zijn er ook verschillende
tests ontworpen die bij het psychologisch
onderzoek gebruikt worden. Belangrijk daar-
bij is dat het altijd om voorzichtige interpreta-
ties gaat die getoetst moeten worden aan
ander materiaal. Interpretaties zijn dus alleen
valide als die ook door ander materiaal onder-
steund worden.
Veel kinderen stoppen met tekenen als ze
ouder worden. Getalenteerde kinderen gaan
door in de adolescentie.
In het kunstonderwijs wordt natekenen niet
aanbevolen maar wordt de nadruk meer
gelegd op de individuele expressie. Er wordt
gezegd dat als kinderen natekenen ze geen
orde leren scheppen in hun eigen tekeningen.
Hier kan tegenin worden gebracht dat de
kunstgeschiedenis laat zien dat kunstenaars
vroeger ambachtslieden waren die hun vak als
jonge leerling leerden door natekenen. Andere
theorieën zijn dan ook dat natekenen niet
schadelijk is. Het ontwikkelt vakmanschap.
Over kindertekeningen valt nog veel meer te
zeggen en het is een gebied waar nog steeds
onderzoek naar wordt gedaan maar dat zou te
ver gaan in dit kader.
In vroeger tijden – dat is goed te zien op de
oude afbeeldingen van Maria met Kind – was
het kind een volwassene in zakformaat. Het
kindbeeld stamt pas uit het midden van de 18e
eeuw. Daarvoor werd het kind als volwassene
behandeld en in het arbeidsproces meegeno-
men. Er was geen aandacht voor hoe het kind
dacht en hoe het zich ontwikkelde. Ooit heeft
men zelfs de proef genomen om een kind zon-
der taal op te voeden, omdat men dacht dat
een kind vanzelf zou gaan spreken. Dit was
natuurlijk niet het geval.
Na de opkomst van de natuurwetenschappen
in de 17e eeuw kwam John Locke (1623-1704)
met zijn theorie van de tabula rasa, het kind
als onbeschreven blad. Pas na 1800 ontstond
het idee dat een kind op de wereld komt met
een zekere aanleg, en dat de omgeving helpt
om die aanleg te ontwikkelen; nog weer veel
later is men er zich van bewust dat belangrij-
ke condities als veiligheid en geborgenheid van
groot belang zijn om aanleg tot volle ontwik-
keling te laten komen.
Na deze korte uitweiding over de kinderteke-
ning in het algemeen terug naar het schilderen
van iconen door kinderen.
Kinderen die iconen schilderen moeten aanleg
hebben voor tekenen en schilderen. Zij leren
onder deskundige begeleiding vorm te geven en
hun aanleg te ontwikkelen. Te vergelijken met
zoals men in vroeger tijd leerde schilderen van
de leermeester als men als leerling kwam.
In feite gebeurt dit ook met het leren bespelen
van een instrument. Iemand die piano of welk
instrument dan ook, wil leren bespelen moet
tenslotte ook eerst noten leren lezen, en zich
door vingeroefeningen en toonladders de tech-
niek eigen maken, alvorens hij muziek kan
maken. Het creatieve zal zich dan moeten uiten
in het nét even iets anders spelen of schilderen
dan het voorbeeld: het eigen stempel, zoals ook
het handschrift van ieder mens anders is.
Bij de ontwikkeling van het tekenen hebben we
verder gezien dat kinderen graag herhalen wat
ze goed kunnen en daar plezier aan beleven. Zo
zal ook een steeds mooiere icoon het kind vol-
doening geven. Daarnaast speelt de waardering
een grote rol. Als het kind gesteund wordt door
de leefomgeving en waardering ontvangt voor
zijn creatie zal hij zich belangrijk voelen en
graag verder gaan.
Icoon komt van het Griekse woord
eikon
en
betekent beeltenis, gelijkenis, portret. Enige
uitspraken over de icoon:
‘Een icoon is het materiële beeld van een per-
soon of gebeurtenis wiens werkelijkheid zich
op een hoger spiritueel onzichtbaar niveau
bevindt.’ ‘De icoon is de poort naar de eeuwig-
heid.’
Van de op de icoon afgebeelde persoon wordt
dan ook gezegd dat die werkelijk aanwezig is.
Voor kinderen zijn zulke uitspraken eigenlijk
heel aannemelijk. Kinderen hebben namelijk
vaak een ingebeelde vriend of vriendin of