Gemeenschappelijk Gebed

EEN PRAKTISCHE GIDS 11 moeten luthers (protestant) en katholiek zijn, de twee voorlezers katholiek en luthers (protestant). De lezers en voorgangers dienen niet dezelfde personen te zijn. In het tweede gedeelte van het gemeenschappelijk gebed worden andere voorlezers en voorgangers voor de voorbeden gevraagd. Deze voorlezers moeten niet dezelfde zijn als de hoofdvoorlezers en -voorgangers. Oecumenische gasten kunnen hiervoor ook gevraagd worden. AANWIJZINGEN VOOR HET GEMEENSCHAPPELIJK GEBED Muziek De liederen die voorgesteld worden gelden alleen als voorbeelden. Zij zijn uitgezocht met het oog op een multiculturele context. Voor iedere context en taal, iedere tijd en plaats, moeten er hymnen, gezangen en liederen gevonden worden die dezelfde rol vervullen in het gebed als de voorgestelde liederen. Het kiezen van toepasselijke muziek begint met inzicht in de functie die een lied heeft in de liturgie. Opening Het openingslied kan er een zijn dat ons samenbrengt met dankzegging en in de naam van de Drie-Ene God. Het kan een traditioneel gezang zijn dat zowel bij katholieken als bij lutheranen (protestanten) bekend is, zoals het Lof zij de Heer de Almachtige (Liedboek 868), of een nieuw lied, zoals het recentere Cantai ao Senhor (‘O zing tot de Heer’) uit Brazilië. Er zijn twee alternatieven voor de openingsdialoog. Het Gemeenschappelijk gebed begint op verschillende manieren. In sommige gebieden is het de gewoonte met de naam van de Drie-Ene God te beginnen. In andere gebieden is het gebruikelijker het gebed te beginnen met ‘Heer, open mijn lippen…’ waarna de Drie-Ene God aangeroepen wordt in de Lofprijzing. De voorgangers nodigen dan de aanwezigen uit om mee te doen in de beweging van de liturgie. Daarna citeert een voorlezer uit het studiedocument Van Conflict naar Gemeenschap waarin expliciet gezegd wordt waarom wij hier als lutheranen (protestanten) en katholieken samen zijn. Deze tekst bevat ook een Schriftlezing (1 Kor. 12:26). Een voorganger sluit dit deel af met een gebed waarin de heilige Geest wordt aangeroepen. Na de opening en het gebed sluit de gemeenschap aan met een lied en vraagt de heilige Geest de harten en het gebed te verlichten. Toepasselijke liederen zijn bijvoorbeeld O living breath of God (John Helgen / Zweedse volksmelodie), Gracious Spirit heed our pleading (Wilson Niwagila / vertaling Howard S. Olson), of meditatievere liederen in de stijl van Taizé,

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=