Pagina 27 - Overig

Basis HTML versie

27
In en om de Eerste Wereld-
oorlog is naast de genocide op
de Armeniërs in 1915 tezelf-
dertijd ook volkerenmoord ge-
pleegd op de Syrisch-ortho-
doxen door het zieltogende
Osmaanse Rijk met behulp van
bepaalde Koerdische clans. De
Syrisch-orthodoxen noemen
1915 het jaar van het zwaard
(sayfo). Het jaar 1915 en de
gebeurtenissen ervoor en erna
hebben de stoot gegeven tot de
neergang van de Syrisch-
orthodoxe aanwezigheid in
Zuid-oost-Turkije.Velen vlucht-
ten naar omringendeArabische
landen. In Urfa is na WO I de
Syrisch-orthodoxe aanwezig-
heid tot nul gereduceerd. De
Syrisch-orthodoxe patriarch
verplaatste zijn zetel van het
klooster Deir-az-Zafaran naar
de Syrische Arabische Repu-
bliek. Vanaf de jaren
60 trok-
ken steeds meer Syrisch-ortho-
doxen vanuit Zuid-oost-Tur-
kije naar het Westen, onder an-
dere naar Ne-derland, temeer
daar de oude etnische spannin-
gen werden opgerakeld door
Turks-Koerdische troebelen in
het gebied. Er is een kleine groep
gebleven. Thanswonen er inTur
Abdin enkele tientallen fami-
lies, maar rond Mardin bedui-
dend minder. De grote twee
kloosters, beide met een bis-
schop, zijn nog open en be-
woond. Zij vormen nog altijd
plaatsen van grote uitstraling en
- in het geval van Mor Gabriël -
van religieuze en culturele vor-
ming, zoals het interview met
aboena Klemis (p. 15) laat zien.
Leo van Leijsen
De christelijke minderheden
van Irak
In de westerse berichtgeving over Irak filtert er maar weinig
informatie door over de christelijke gemeenschappen. Onder
het regime van Saddam Hoesein was Tariq Aziz als minister
van Buitenlandse Zaken een van prominentse gezichten van
het land. Hoe zien Chaldeeuwse christenen hun toekomst in
het nieuwe Irak?
Het aantal christenen in Irak
bedraagt naar schatting onge-
veer 600.000 personen, nog
geen drie procent van de totale
bevolking. Kerkelijke leiders
en christelijke politici noemen
hogere aantallen en spreken
zelfs van één miljoen christe-
nen. Betrouwbare cijfers ont-
breken. De meeste christenen
(300.000) wonen in Bagdad,
waar men in het straatbeeld
niet minder dan veertig kerken
kan tellen, dikwijls van recente
bouw. Daarnaast zijn er belan-
grijke christelijke minder-
heden in de stad Mossoel en
in een serie dorpen ten noorden
en noord oosten van deze stad.
In de autonome gebieden die
onder het gezag van de
Koerdische leiders Barzani en
Talabani vallen, wonen nog
50.000 christenen
Het christendom is Irak is niet
homogeen. Deze verdeeldheid
heeft niet alleen te maken met
een bepaalde dogmatische of
confessionele opstelling, maar
evenzeer met de wijze waarop
men omgaat met de eigen
culturele of etnische identiteit,
en dus met de plaats die men
wil innemen binnen de pluri-
etnische Iraakse staat.
De voornaamste kerkgemeen-
schap is de Chaldeeuwse Kerk
(350.000-400.000 leden).
Deze staat onder leiding van
patriarch Emmanuel Karim
Delly, die in december 2003
zijn voorganger Rufa’îl
Bidawid opvolgde, die ver-
schillende malen op het inter-
nationale forum de pleitbezor-
ger was van de opheffing van
de internationale boycot van
Irak. De Chaldeeuwse Kerk is
een met Rome verbonden
gemeenschap, die voortgeko-
men is uit de zgn. ‘Aposto-
lische en Katholieke Kerk van
het Oosten’, kortweg ook As-
syrische Kerk genoemd
(100.000 leden). Men sprak
ook wel over Nestorianen. Een
kenmerk van deze Assyrische
gemeenschap is dat ze zeer ge-
hecht is aan de oude liturgische
taal, het ‘Syrisch’, een vorm
van Aramees, én aan een neo-
Aramese taal, het Soereth,
welke binnen deze gemeen-
schap nog volop gesproken
wordt. Met deze nadruk op een
eigen taal, willen deze ‘Assy-
riërs’ uitdrukken dat ze géén
Arabieren zijn, maar een eigen
etnische achtergrond hebben.
Vaak zien ze deze in het
verlengde van de pre-chris-
telijke Assyrische beschaving,
waarvan zij de christelijke
voortzetters zouden zijn.