Overeen 2006 15

7 God, waarom hebt Gij mij verlaten?’” Het aardse leven van Jezus Christus was niets anders dan er zijn voor anderen. In het geloof participeert de mens aan het leven van Jezus en wordt vrij voor anderen. Bidden en doen Aan het einde van de Gedachten voor de doopdag van Dietrich Wilhelm Rudiger Bethge (mei 1944) beschrijft Bonhoeffer dat volgens hem christen-zijn in zijn tijd alleen nog maar zal bestaan uit twee elementen: “bidden en onder de mensen het goede doen. Elk denken en praten en organiseren van christenen moet geboren worden uit dat bidden en dat doen”. Het bidden bewaart het doen van het goede voor “de vlakke, banale aardsheid van de verlichten, de bedrijvigen, de gemakzuch- tigen of de uitdagenden”. Het doen van het goede behoedt het christelijk leven voor een opsplitsen in twee ruimten. De christen is juist door het geloof, dat zich concretiseert in het ‘er- zijn-voor-anderen’, geheel aangewezen op het aardse leven. Hij zet zich in deze tijd zo veel mogelijk in voor zijn medegevangenen zowel op pastoraal als op praktisch vlak. Het geloof heeft hem bevrijd tot een verantwoordelijk handelen in de wereld, ook in de gevan- genis. Voortdurend vraagt hij om voor hem te bidden. Hij bidt zelf ook voor anderen. Dat doet hij ‘s morgens en ‘s avonds. Hij is verheugd wanneer hij verneemt dat zijn naam in de voorbede genoemd is. “Mij was het vaak een grote Deze tijd was in geestelijk opzicht vaak zeer moeilijk en zijn geloof werd zwaar op de proef gesteld. Het leven als gevange- ne van de Gestapo in de laatste jaren van de Tweede Wereldoorlog leidde er toe, dat iedere gelovige uitspraak in die concrete situatie moest worden waar gemaakt. Jürgen Moltmann noemt de gevangenis een plaats, waar christelijke spiritualiteit tot ontwikkeling kan komen: “God in het verhoor … God in de licha- melijke pijn, God in de verduistering van de ziel – dat is de mystiek van de marte- laren. … [D]e gevangenis is de plaats van de christelijke vrijheidservaring. In de gevangenis wordt de tegenwoordigheid van de geest van Christus ervaren. In de gevangenis vindt de ziel de ‘unio mystica’ (mystieke vereniging met God; D.A.).” Leren geloven Bonhoeffer is de confrontatie met die extreme ervaringen niet uit de weg ge- gaan, heeft zelfs bewust de confrontatie gezocht met de vragen, die daardoor opkwamen ten aanzien van het geloof en de spiritualiteit, die tot dan toe zijn leven hadden bepaald. De spiritualiteit, die Bonhoeffer in de gevangenis tot geleefde werkelijkheid heeft gemaakt, is samen te vatten als ‘leren geloven’. Om te leren geloven is het nodig dat men midden in de aardsheid van het leven staat. Geloven omvat heel het leven en mag niet teruggedrongen worden in een afgeperkt religieus domein. In de gewone dingen van alledag moet men bewijzen een echte christen te zijn. “…[H]et ‘ge- loof’ is allesomvattend, het is een manier van leven. Jezus roept niet op tot een nieuwe religie maar tot het leven.” De christen moet in de eerste plaats mens zijn, dat wil zeggen: “… hij mag ‘werelds’ leven… Christen zijn betekent niet op een bepaalde manier religieus zijn … maar het betekent mens zijn.” Christen zijn is dus “zich laten meeslepen op de weg van Jezus Christus” en op die manier participeren aan het lijden van God in de wereld. De christelijke spiritu- aliteit moet de mens daarbij helpen en mag op geen enkele manier ons de gelegenheid geven ons te onttrekken aan onze aardse plichten door ons de moge- lijkheid te bieden in het eeuwige te vluch- ten. Want de christen moet “het aardse leven tot op de bodem doorleven, net als Christus dat heeft gedaan getuige het bidden van psalm 22 op het kruis, die begint met de woorden: ‘Mijn God, mijn Het gebed bij Dietrich Bonhoeffer steun ’s avonds te denken aan degenen, van wie ik weet dat zij voor me bidden, kinderen en volwassenen. Ik geloof, dat ik vaak in mijn leven gespaard ben dankzij de voorbede van bekenden en onbeken- den.” Bovendien is het in de gevangenis zo ongeveer het enige wat hij voor anderen doen kan. “Het is een vreemd gevoel, eenvoudig in alles aangewezen te zijn op de hulp van anderen… In het normale leven dringt het niet zo tot je door, dat een mens veel meer ontvangt dan hij geeft en dat je leven pas rijk wordt in dankbaarheid. Je overschat zo gemakke- lijk je eigen aandeel en vergeet wat je geworden bent uitsluitend door anderen. Ik ben natuurlijk vol van de stormachtige gebeurtenissen van de laatste dagen (deze brief is gedateerd op 13 september 1943. Vermoedelijk doelt Bonhoeffer hier op de landing van geallieerde troepen op het vasteland van Italië op 9 september 1943, D.A.) en zou graag ergens iets nuttigs willen doen. Maar dit ‘ergens’ kan op dit ogenblik alleen een gevangeniscel zijn en wat men hier doen kan, speelt zich af op het vlak van het onzichtbare en juist daar is de uitdrukking ‘doen’ niet erg toepasselijk.” Verantwoordelijkheid In de gevangenis heeft Bonhoeffer de menselijke betrekkingen opnieuw leren waarderen. Dat hangt samen met zijn wending naar het aardse leven. Steeds opnieuw richt hij de blik naar de aarde. “Er zijn mensen die het lichtzinnig en christenen die het onvroom vinden, te hopen op een betere aardse toekomst en zich daarop voor te bereiden. Zij geloven dat chaos, wanorde en catastrofes type- rend zijn voor deze tijd en onttrekken zich door passieve berusting of vrome wereld- vlucht aan de verantwoordelijkheid voor de komende generaties een toekomst te bouwen. Misschien breekt morgen de jongste dag aan; dan zullen we graag het werk voor een betere toekomst neerleg- gen, maar eerder niet.” “Het is niet aan ons”, schrijft Bonhoeffer in de Gedachten voor de doopdag van Dietrich Wilhelm Rüdiger Bethge, “de dag te voorspellen - maar de dag zal komen - waarop mensen weer geroepen zullen worden het Woord van God zo te ver- woorden, dat de wereld daardoor veran- derd en vernieuwd wordt”. Dick Akerboom Dit artikel verschijnt naar aanleiding van de bijeenkomst ‘Bonhoeffer en gebed’ van de Katholieke Vereniging voor Oecu- mene op 19 januari. Tip: www.dbonhoeffer.nl In 2005 was het zestig jaar geleden dat Dietrich Bonhoeffer door de nazi’s werd vermoord en in 2006 gedenken wij dat hij honderd jaar geleden werd geboren. “Een inzicht kan niet worden losgemaakt van het leven, waarin het is verkregen”, schrijft Bonhoeffer ergens. De laatste twee jaren van zijn leven bracht hij door in de gevangenis. Dietrich Bonhoeffer (1906-1945).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=