Overeen 2006 15

“Twee of drie” 1 Overeen, nr. 15, januari 2006 katholieke vereniging voor oecumene athanasius en willibrord gen, waren er gebeden te horen van allerlei herkomst, en konden formulerin- gen van geloofsbelijdenissen en zegen- wensen, die gewoonlijk niet tegelijk in één viering voorkwamen, naast elkaar staan; dat kon allemaal, en van harte! De eigen traditie stond niet per definitie voorop, er mocht gezocht worden naar andere vormen. Betekende het dan een vorm van water in de wijn doen voor sommigen? Ik denk juist het tegendeel: het aan elkaar geven (dus niet: inleveren!) van iets vertrouwds De Gebedsweek vormde mijn eerste kennismaking met de oecu- mene, nu bijna dertig jaar geleden. Namens de Doopsgezinde Ge- meente Groningen zat ik in het plaatselijke comité dat deze week voorbereidde. Er waren een pas- toor, een paar dominees, en een aantal dames en heren van allerlei kerken in de stad, van Russisch- orthodox tot vrijzinnig hervormd. Op de grote protestantse kerken na, allemaal, relatief, kleine kerken. En dat was te merken: niemand voerde de boventoon, ieder kende zijn bescheiden plaats. En wat mij er vooral nog van bij staat, was de sfeer waarin we samen de gebeds- week vorm gaven. Het was echt leuk om elkaar gedurende een paar maanden geregeld te zien, en om samen langs oude en nieuwe wegen de gebedsweek tot een ingetogen, maar ook feestelijk geheel te maken. Elke dag van de week een korte viering in een van de kleinere kerken en tot slot een grote viering in een grote stads- kerk. Zo werd ik enthousiast voor de oecumene. Als kerken zó met elkaar konden omgaan, als er zó’n grote wil bestond tot samen het geloof beleven, dan wilde ik dáár graag bij horen, en aan mee doen. Groot, en achteraf misschien opmerkelijk, was de bereidheid van alle kerken om de specifiek eigen elementen in vieringen eventueel wat aan te passen, of met andere woorden dan de vertrouw- de en gebruikelijke (en soms voorge- schreven) genoegen te nemen. Zo werd er samen gevierd, werden er in één viering typisch protestantse én rooms- katholieke, of orthodoxe liederen gezon- De Gebedsweek voor de Eenheid (18 tot 25 januari) heeft als thema “Want waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn ben Ik in hun midden.” Het thema heeft een verrassende actualiteit voor krimpende kerken in het Westen: misschien zijn “twee of drie” voldoende? We legden de vraag voor aan Fokke Fennnema, Broederschapspredikant van de Algemene Doopsgezinde Sociëteit en vice-voor- zitter van de Raad van Kerken in Nederland. of dierbaars, en het plezier ook van anderen te mogen ontvangen. Als je iets geeft vanuit je hart, is dat het mooiste geschenk dat je geven kunt. En zo schonken wij elkaar in die oecumenische proeftuin, die het organiseren van de gebedsweek zeker ook was, vaak en veel van harte. Aardig was dat nadien soms gebruiken van de ene kerk een plek kregen in een andere kerk, omdat ze daar als waardevol, ook voor de eigen traditie, werden ervaren. Misschien was dit alles het gevolg van de omstandigheid dat het vrijwel alle kleinere kerken waren. Die zijn zich misschien meer be- wust van de noodzaak anderen op te zoeken en met elkaar samen de dingen te doen. Dat kan zijn, al speelde zeker ook een rol dat de betrokkenen allen graag over de eigen heg heen keken. Toen Jezus sprak: “Want waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn ben Ik in hun midden,” had hij het niet over allerlei ver- schijningsvormen van de bewe- ging, waarvan Hij aan het begin stond. Al die vormen waren er toen amper. Hij had het over Zijn volge- lingen, de mensen van het eerste uur. En zo goed als wij ons in die volgelingen proberen te herken- nen, en Hem in hun spoor willen volgen, zo worden ook wij hier aangesproken. Scheidende kerk- muren zijn daarbij niet gedacht, noch het grote gelijk van de een met daaruit volgend het daarom vanzelfsprekende ongelijk van de ander. Die “twee of drie” daar indertijd in Gro- ningen ervoeren Zijn aanwezigheid wer- kelijk in hun midden, in alle bescheiden- heid, maar misschien juist ook wel door hun kleinheid. Als getallen er niet toe doen, maar de gezindheid samen het geloof vorm te geven mensen aanzet tot zoeken en vooral vinden van elkaar, dan is Hij vast in hun midden. Het omgekeer- de is ook waar: dan doen getallen er niet meer toe. Ds. mr. Fokke R. Fennema

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=