Jaargang 49 Nummer 2

POKROF 10 Athos, bekend onder de naam Heilige Berg, is de meest oostelij- ke landtong van het schiereiland Chalkidiki in het Noorden van Griekenland, die zich uitstrekt over een lengte van 45 kilometer in de Egeïsche Zee en zijn naam ontleent aan de 2033 meter hoge bergtop. Tot de zevende eeuw was het gebied vrijwel onbewoond, niet verwonderlijk gezien het heuvel- achtig, vaak ook bergachtig ter- rein, zowel kaal als gevarieerd bebost, waar bovenuit zich de piek verheft, stralend in een wis- selend kleurenpallet, zich nu eens tooiend met zonnestralen dan weer geheimzinnig met wol- ken omfloerst. Steil uit zee rijzen rotspartijen omhoog en tezamen met de holen en ravijnen maakt dit alles een onherbergzame indruk. Deze eenzaamheid en verlaten- heid hebben haar aantrekkings- kracht niet gemist op hen die zich naar het woord van de evan- gelist in absolute afzondering wilden terugtrekken. Vanuit het Nabije Oosten zien we monniken naar Athos komen en in 963 sticht Athanasius het eerste klooster van de Grote Lavra. Vanaf 1541 telt de Berg twintig grote kloosters, waarvan zeven- tien Grieks en drie Slavisch. Daarnaast bestaan er nog andere vormen van kloosterlijke neder- zettingen, die ressorteren onder een van de twintig. Thans leven op Athos ongeveer 1800 monni- ken. Griekse theocratie Na de bevrijding van het Turkse juk volgt in 1913 de proclamatie van Athos als zelfstandige staat - de enige monachale staat in Europa - en als onafscheidelijk deel van Griekenland. In 1926 wordt de nu nog steeds geldende Athosconstitutie van kracht, waarin onder meer is bepaald, dat de regering van deze auto- nome theocratische republiek berust bij het Heilig Parlement bestaande uit twintig monniken, dat als geestelijk hoofd uitslui- tend de patriarch van Constan- tinopel wordt erkend, en dat een gouverneur in de hoofdplaats Karyes de Griekse staat verte- genwoordigt. In 1979 onderteke- nen alle lidstaten van de Euro- pese Unie een ‘acquis commu- nautaire’, waarin de speciale sta- tus van Athos voor de toekomst wordt gegarandeerd. Athos geldt als de Akropolis en de Ark van de tradities van een duizendjarig verleden van de Heilige Orthodoxie en is steeds het geestelijk centrum gebleven van de orthodoxe wereld, in het bijzonder van Griekenland. Het is niet zomaar een historische omgeving met fraaie landschap- pen en kloosters, schitterende iconen en fresco’s en met de grootste collectie handschriften ter wereld. Het is eerst en vooral een plaats van geestelijke trai- ning, van inkeer en van gebed. Grieken spreken dan ook terecht van een ‘pelgrimage’ naar de Heilige Berg. Reisverslag Aan land op Athos ervaar ik opnieuw binnen te gaan in een andere wereld. Alle vertrouwde contacten lijken ineens verbro- ken en mijn gevoel voor plaats en tijd verloren. Ik heradem de bevrijding, de stilte en de sereni- teit, waarbinnen Gods stem hoorbaar wordt. Athos kent sinds 1060 een uit- drukkelijk verbod voor vrouwen. Het is de ‘Tuin van de Moeder Gods’ en mannen hebben slechts met een speciaal kloosterpas- poort toegang voor in principe vier dagen. Met een continue bij- zondere permissie van de pat- riarch geldt deze tijdsbeperking voor mij gelukkig niet. Chilandariou In een schitterend bebost dal ligt in sterk contrast Chilandariou, de kloosterlijke vesting van de Serviërs. Door de toegangspoort betreed ik de wellicht mooiste kloosterhof van Athos. Twee gigantische cypressen met daar- achter het wijwaterbekken en het katholikon (hoofdkerk) in roodwit. Hier bevindt zich de bekende wonderbaarlijke icoon Tricherousa, waarop de Theoto- kos staat afgebeeld met drie han- den. Johannes van Damascus zou, valselijk beschuldigd en Zo stil en ingetogen als Athos zelf, zo overvloedig de geschriften daarover. Alleen al de literatuuropgave van I. Doens OSB uit 1965 getuigt hiervan in ruime mate. En dan spreek ik nog maar niet over de simplistische stukken van de hand van diverse publicisten. ‘Geen land voor Wina Born’, ‘Lauwe bonensoep en vroeg te bed’ en ‘Octopus met knoflookbollen’ zijn slechts een paar krenten uit de journalistieke pap van de laatste jaren en vormen een valse invitatie aan toeristen en avonturiers. Na vele tochten over de Athos gedurende ruim 40 jaar neem ik nu dan ook gereserveerd de pen ter hand om te schrijven over het bezoek dat ik aan Athos bracht in 2001. ATHOS, ARK DER ORTHODOXIE

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=