Perspectief 2018-41

Perspectief 42 Dr. Ton van Eijk Een vraag die we ons dadelijk in het gesprek zouden kunnen stellen luidt: is de hier voorgestelde benadering in staat het probleem dat veel protestanten hebben met de uitdrukking ‘Kerk als sacrament’ weg te nemen? 4. De Kerk als sacrament van de wereld (sacramentum mundi) In deze paragraaf raakt de theologie van de kerk aan een theologie van de wereld als geschiedenis. In wat voorafgaat hebben we gezien dat in de uitdrukking ‘de Kerk als sacrament’ sacrament met verschillende woorden kan worden ‘vervoegd’: er worden betekenisvolle woorden voor of achter geplaatst die zeggen waarvan de Kerk het sacrament is. Zo horen we van de Kerk als ‘het sacrament van vereniging (met God) en van eenheid (van de mensen)’, ‘het universele sacrament van het heil’ (beide uit LG ), ‘het sacrament van het rijk Gods’, of ‘van de Geest’ (Kasper, L. Boff) en ‘eschatologisch teken’. In wat volgt wil ik aandacht besteden aan een uitdrukking die zich na het concilie vooral onder katholieke theologen heeft ontwikkeld. Ze onderscheidt zich van die andere uitdrukkingen doordat zij op een heel andere manier datgene invult waarvan de Kerk sacrament is: niet van de goddelijke werkelijkheid onder een of andere naam, maar van wat daarvan geheel onderscheiden is en daaraan zelfs tegengesteld lijkt, de wereld: sacramentum mundi. Ik wil nu laten zien hoe het tot deze toch wel verrassende uitdrukking gekomen is en wat men ermee wil zeggen. Daarvoor neem ik mijn vertrekpunt in dat andere voor de ecclesiologie belangrijke document van Vat . II: de Pastorale Constitutie over ‘de Kerk in de wereld van deze tijd’, Gaudium et spes ( GS ). Het gaat me om hoofdstuk IV dat het eerste deel van dit document afsluit. Ik beschouw het als het hart van de Constitutie waarin de theologische basis wordt gelegd van wat in het tweede deel volgt. De verhouding tussen Kerk en wereld is er een van wederzijdse doordringing. De Kerk evangeliseert de wereld en wil de wereld winnen voor Gods koninkrijk. Maar niet alleen geeft zij aan de wereld, zij ontvangt ook van de wereld. Wat met dit ‘ontvangen’ wordt bedoeld kunnen we aflezen uit wat in par. 4 van de Constitutie wordt gezegd over ‘de tekenen des tijds’. De Kerk, zo lezen we daar, moet de tekenen des tijds doorvorsen en in het licht van het evangelie interpreteren. Deze woorden

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=