Perspectief 2018-41

2018 - 41 De Kerk als sacrament 43 Re ag eer uit de mond van Jezus (Mt. 16,3) worden hier een slagje anders verstaan als ‘verschijnselen, die vanwege hun frequent voorkomen en hun algemene verbreiding het gezicht van een tijd bepalen en waarin de noden en verwachtingen van de huidige mensheid tot uitdrukking worden gebracht’ (formulering van M.-D. Chenu, de geestelijke vader van deze theologie). Dit is een belangrijke bouwsteen van een theologie van de geschiedenis, waarin bepaalde tendensen van de actuele geschiedenis met de ogen van het geloof worden gelezen als tekens van het evangelisch potentieel van een mensheid in ontwikkeling. Zoals de Kerk in het verleden voor de vervulling van haar zending haar voordeel heeft gedaan met de talen en begrippen van de verschillende volken en met de wijsheid van de wereld die de filosofie is, zo moet ook nu het hele volk van God met de hulp van de heilige Geest het gevarieerd spreken van onze tijd beluisteren, schiften en interpreteren en er in het licht van het woord van God een oordeel over geven' - alles ten dienste van een beter verstaan en een meer aangepaste verkondiging van de geopenbaarde waarheid ( GS 44). De deelnemers aan het concilie hebben de groeiende eenwording van de wereld en van de mensheid waarvan in de aanhef van LG sprake is als zo’n teken gezien. Deze theologie van de tekenen des tijds kan worden geplaatst in het bredere kader van een nieuwe positionering van de Kerk in een seculiere wereld – het onderwerp dus van de hele Constitutie GS. De katholieke kerk die hier aan het woord is wil tegenover de moderne wereld niet langer een negatieve houding aannemen, wat zij een groot deel van de 19 e eeuw gedaan had. Wie zich in de jaren 60 van de vorige eeuw met theologie heeft beziggehouden zal zich herinneren hoe prominent het thema ‘secularisatie’ daarin aanwezig was. Theologen zochten te verwoorden hoe de Kerk zich had te verhouden tot een autonome wereld waarin zij een minderheid was - en sindsdien in ons werelddeel nog meer geworden is dan toen! Ik herinner me de voor die tijd exemplarische titel van een boekje van Johann Baptist Metz Zur Theologie der Welt (1969). Voordat we deze theologie, die ook het concilie gestempeld heeft, opportunistisch noemen zouden we moeten bedenken dat er niet de minste geloofsgegevens voor in het veld worden gevoerd. Een theologie van de wereld (verstaan als saeculum en niet als mundus vanwege de negatieve, johanneïsche connotaties van dat woord) berust op de eerste plaats op het geloof in de schepping. Als geschapen is de wereld weliswaar van God en goden onderscheiden, maar

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=