Overeen 2018-40

6 • april 2018 Eucharistische gemeenschap en kerkgemeenschap door Herwi Rikhof Wanneer Paulus in zijn eerste brief aan de Korinthiërs spreekt over beker en brood gaat hij een stap verder: hij wijst niet alleen op de gemeenschap met bloed en lichaam van Christus maar ook op de eenheid van het li- chaam van Christus, de kerk. ‘Omdat het brood één is, vormen wij allen te- zamen één lichaam, want allen heb- ben wij deel aan het ene brood’ (10,17). En iets verder schrijft hij dat de wijze waarop de Korinthiërs nu sa- men komen geen recht doet aan ‘de maaltijd van de Heer’, omdat er geen eenheid is maar partijdigheid heerst (11, 18-33). Paulus wijst dus op een ‘oorzakelijk’ verband. Actieve deelname Over dat ‘oorzakelijke’ verband zijn verschillende vragen te stellen. Aller- eerst de fundamentele vraag: is de stap die Paulus zet door eucharisti- sche gemeenschap niet zondermeer naast de kerkgemeenschap te zetten maar oorzakelijk met elkaar te ver- binden wel een goede? Het is ontegenzeggelijk waar dat tij- dens de Middeleeuwen in de kerk van het Westen een vorm van eucha- ristie vieren is gegroeid die weinig of niets met de kerk als gemeenschap te maken heeft. De Reformatie heeft daar tegen geprotesteerd, maar de Contrareformatie heeft dat protest niet echt opgenomen en in de loop der tijden is binnen de Reformatie ‘de maaltijd des Heren’ ook niet echt als gemeenschap vormend naar voren gekomen. Van de grondlegger van de liturgische beweging en de stichter van het oecumenische klooster Che- vetogne, Lambert Beauduin (1873- 1960), stamt de uitspraak: ‘men moet de liturgie democratiseren’. Daarmee bedoelde hij dat de liturgie en de sa- cramenten weer een zaak moesten worden van het hele volk van God, zoals dat in de vroege kerk het geval was. De bisschoppen op het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) heb- ben die aansporing ter harte geno- men en de ‘actieve deelname’ van het hele volk van God tot een criterium gemaakt van de vernieuwingen van de liturgie. De stap van Paulus is een goede geweest. Kerk en sacrament Vervolgens de vraag: als dat oorzake- lijke verband er is, hoe kan of moet men zich dat dan voorstellen? Meest- al denken we bij oorzaak lineair en kan de oorzaak in het verleden of in de toekomst liggen: roekeloos rijden als oorzaak van een ongeluk, en er- gens op tijd komen als oorzaak van roekeloos rijden. Maar in het geval van sacramenten en de kerk wordt gewezen op een wederkerige oorza- kelijkheid: de kerk maakt de sacra- menten en de sacramenten maken de kerk. De kerk maakt de sacramenten, niet alleen omdat buiten de (institutione- le) kerk sacramenten geen zin heb- ben, maar ook omdat de kerk zelf sa- crament is, zelf al een teken en instru- ment van de verbondenheid van God met mensen. De sacramenten zijn op hun eigen manier een concretisering van dit geloofsgegeven. De sacramenten maken de kerk. Kerk-zijn is niet beperkt tot liturgie vieren, maar de liturgie is wel de bron en het hoogtepunt van de activiteiten die ook tot de kerk behoren: diaco- nie, catechese, zielzorg, kerkopbouw. De liturgie mondt uit in die activitei- ten en door de band met de liturgie komen die activiteiten als kerkelijke activiteiten tot hun recht. Dubbele epiclese Misschien is daarom het diepzinnig- ste ‘oorzakelijke’ verband tussen de eucharistische gemeenschap en de kerkgemeenschap wel te vinden in de dubbele epiklese die te vinden zijn in de eucharistische gebeden die sinds het Tweede Vaticaans Concilie in de liturgie van de Rooms Katholieke Kerk een vaste plaats hebben gekre- gen naast de traditionele Romeinse Canon. Vóór de consecratie wordt om de komst van de Geest over de gaven gebeden, zodat ze veranderen in li- chaam en bloed van Christus (‘veran- derings-epiklese’). Ná de consecratie wordt om de komst van de Geest over de gelovigen gebeden, zodat zij ‘tot één lichaam en één Geest worden’ (Canon III) (‘communie-epiklese’). Die dubbele epiklese heeft oude wor- tels en kan door of over de verschil- len heen kerken nu inspireren. £ Prof. dr. Herwi Rikhof (foto) is pastoor van de Cenakelkerk in de Hl. Land- stichting, em. hoogleraar systematische theologie van de Faculteit Katholieke Theologie van de Universiteit Tilburg en voorzitter van de Beraadgroep Ge- loven en Kerkelijke Gemeenschap van de Raad van Kerken. In het Nieuwe Testament is sprake van een verband tussen de eucharis- tische gemeenschap en de kerkgemeenschap. Wanneer in Handelingen het ideale beeld van de vroege kerk wordt geschetst, worden ‘trouw aan het gemeenschappelijk leven’ en ‘ijverig in het breken van het brood’ zonder meer naast elkaar gezet. (Hand 2, 42).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=