Jaargang 68 Nummer 3

Pokrof 18 aangesproken met “papayánni”, zoals ze hun priesters ook noemen. Het kleine katholieke parochietje, in de persoon van enige onvolprezen zeer toegewijde dames, sloot zich aan bij de orthodoxe hulpverlening aan de bootvluchtelingen, die al voor de eeuwwisseling aanspoelden. Een paar keer hielp ik mee om hun scheermesjes, zeep, sigaretten enzovoorts te bezorgen. Op Kalymnos, bekend om zijn sponsenindustrie en om zijn religieus karakter, bezocht ik het grote Allerheiligenklooster en een zeer gastvrij vrouwenklooster waar men bereid bleek tot een goed gesprek. Op Leros vergeet ik nooit het kapelletje van O.L.Vrouw van de Krabben met een zeer ingetogen sfeer. Een Deense dame vertrouwde mij toe dat ze daar jaarlijks kwam om rust te vinden. In 2000 kon ik op hetzelfde eiland Leros met ons hele gezin bij gelegenheid van enige jubilea in de familie een eucharistie vieren boven op een rots, een pelgrimsoord met een paradijselijk uitzicht. Totmijn vreugde deed een orthodoxe kennis mee en zelfs zijn vriend, de plaatselijke pastoor, was aanwezig. Naar Patmos, een eiland met een zeer bijzondere religieuze sfeer, ging ik jaarlijks een paar dagen op bedevaart, mediteerde in de grot waar de Apokalyps geschreven zou zijn en bezocht natuurlijk het fameuze Johannesklooster met het graf van de middeleeuwse stichter, de heilige Christodoulos, en het rijke museum. Op een gegeven moment verspreidde een orthodoxe theologe onder toeristen een geschriftje, dat gericht was tegen “het katholicisme” en de Orthodoxie verdedigde, maar ik hoorde al gauw dat dat verboden was.. Iets veel breders Intussen had ik in Tilburg allang de weg gevonden naar de Byzantijnse eucharistievieringen o.l.v. pater Johan Meijer CSsR. Elk jaar raakte ik er meer mee vertrouwd. Ik herinner me een Grote en Heilige Week met retraitanten waarin ik gevraagd was de gezangen te leiden, en heel apart waren de intense en feestelijke Paasvieringen. Deze hele geschiedenis leidde er toe dat Johan mij vroeg te gaan celebreren in de Byzantijnse ritus. Even vanzelfsprekend zei ik daar ja op. Na de tweejarige cursus ging ik op 20 december 2001 voor het eerst voor in de stemmige kapel aan de Dr. Nuyensstraat. Zo ismijn jeugdige literaire belangstelling uitgegroeid tot iets veel breders, dat een wezenlijke trek is geworden van mijn geestelijk leven, van mijn manier van christen-zijn. Zo is mijn geloof bewuster trinitair geworden, hecht ik meer waarde aan eerbied, zie ik in de Christus vooral de Verrezene en heb ik meer begrip gekregen voor symboliek, voor traditionele christelijke riten, gebaren en gewoonten. Daar ben ik onze Heer diep dankbaar voor en ook de mensen die in een of andere vorm dit hebben bemiddeld. Anderzijds zal ik er in de vele ontmoetingen toe hebben bijgedragen dat Grieks-orthodoxe mede-christenen een beter begrip kregen van onze katholieke traditie. De talloze collega’s in de loop van de jaren, voor en na mij, zullen hetzelfde hebben gedaan − en dat in het verlengde van het getuigenis door enige zeer betrokken en diep gelovige katholieke vrouwen, bijna alle van buitenlandse origine, die de parochie dragen en de orthodoxewereldgoedkennen.Onder dat opzicht waren ook de grote groepen Philippina’s van belang die op het eiland hebben gewerkt en later de Polen, Albanezen enzovoorts. De oecumene heeft toekomst in de Dodekanisos, met name op Rhodos en Kos. Jan W. Kaandorp msc Orthodox kapelletje ‘Christos dikaios’(rechtvaardige Christus) op de hoogste top van het eiland Kos (846 m).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=