Jaargang 68 Nummer 1

Pokrof 20 kele scherpe tegenstellingen, zoals materialiteit versus spiritualiteit, geloof versus traditie, collectief versus individueel gebed of fysieke versus digitale liturgie. Daarbij legt Agadjanian nadruk op de historische gebeurtenissen die een belangrijke rol hebben gespeeld voor de identiteitsvorming van hedendaagse, orthodoxe christenen, zoals de rol van het Byzantijnse en Russische keizerrijk. Volgens Agadjanian zijn er orthodoxe christenen die zichzelf beschouwen als ‘buitenstaanders’ binnen het christendom, wat zou kunnen leiden tot een negatief zelfbeeld. Twee benaderingen kunnen de kerkelijke leiders ondernemen om deze moderne ontwikkeling in de orthodoxe identiteit te voorkomen, namelijk inkeer of toenadering, aldus Agadjanian. Digitalewereld Religiewetenschapper Maria Hämmerli benadrukt de rol van de digitale wereld in haar lezing ‘Eastern Orthodoxy in the Global Digital Age’. Hämmerli stelt onder andere dat door de opkomst van digitale media een aanzienlijke groep ‘a-typische’ schrijvers een platform heeft gekregen. Daarbij verwijst Hämmerli naar het werk van de Moldavische monnik en dichter Savatie Bastovoi, die meerdere artikelen, columns en essays heeft gepubliceerd op zijn blogs en een uitgeverij heeft opgezet voor online-publicaties. Hoewel ik niet kan oordelen of Bastovoi een ‘a-typische’ schrijver is, zoals Hämmerli beweert, legt ze wel een opmerkelijk aspect vast over de digitale wereld. Immers, de digitale media faciliteren niet alleen toegankelijkheid van teksten door middel van snelle zoeksystemen, maar ook een diversiteit aan ideeën, argumenten en discussies over complexe thema’s in de oosters-orthodoxe kerken. Ieder type publiek kan naar eigen inzicht informatie vergaren zonder daarbij een genuanceerd beeld te vormen op basis van andere opvattingen in samenlevingen, zo stelt Hämmerli. RewritingGlobal Orthodoxy Een onderdeel dat niet vergeten mag worden is de introductie van het onderzoeksproject van Murre-van den Berg aan het IVOC, dat gefinancierd wordt door de European Research Council (ERC), getiteld ‘Rewriting Global Orthodoxy: Oriental Christians in Europe (1970-2020)’. De ontwikkeling die orthodoxe christenen hebben doorgemaakt als gevolg vanmigratie en diaspora nadeEersteWereldoorlog staat daarbij centraal. De relatie tussen de diasporagemeenschappen en het zogeheten thuisland zullen bestudeerd worden aan de hand van gebedenboeken, kinderboeken, grammaticaboeken, theologie en kerkelijke hymnen. Tegelijkertijd zal Murre-van den Berg een interdisciplinaire benadering gebruiken gestoeld op benaderingen uit de theologie, geschiedenis, antropologie en psychologie. De individuele projecten binnen het overkoepelende project zijn besproken in een panelpresentatie van Jan Gehm, Matija Milicic, Habtom Yohannes en Gaétan du Roy, waarbij een goede balans is gezocht tussen meso- en micro-analyses. De Syrische, Koptische en Ethiopische orthodoxe gemeenschappen die in Nederland, Duitsland, Zweden en Groot-Brittannië leven worden door de promovendi Gehm, Milicic en Yohannes onderzocht. Gehm richt zich op de Syrisch-orthodoxe Kerk, Milicic op de Koptische Kerk en Yohannes op de Ethiopische Kerk. Hoewel de projecten overeenkomsten vertonen, zijn er ook enkele theoretische en methodologische verschillen te traceren, die vermoedelijk gebaseerd zijn op de educatieve achtergrond van de promovendi. Het is duidelijk dat Milicic, door zijn educatieve achtergrond in Arabische taal- en letterkunde, nadruk legt op de literaire verschillen in het bronnenmateriaal, terwijl Yohannes door zijn achtergrond in de journalistiek eerder geneigd is de situatie van de Ethiopische diasporagemeenschappen te contextualiseren aan de hand van ontwikkelingen in het thuisland, zoals de opkomst van het communisme in Ethiopië. In tegenstelling tot de onderzoeksprojectenvande promovendi, waarbij een specifieke kerkgemeenschap centraal staat, richt de Belgische kerkhistoricus Du Roy zich juist op orthodoxe gemeenschappen in Franstalige landen, zoals België, Frankrijk en Zwitserland. Hoewel Du Roy pas recentelijk is begonnen bij het ERC-project aanhet IVOC, lijkt het eenveelbelovendproject te zijn. Concluderend, de conference biedt een interessante kijk op de relatie tussen globalisering en orthodox christendom, waarbij het onderwerp vanuit een macro-, meso- en micro-niveau is bekeken door de verschillende sprekers. De gedetailleerde onderzoeken van onder andere Gehm, Milicic, Yohannes naar de verschillende oosterse en oriëntaalse orthodoxe gemeenschappen op nationaal niveau kunnen immers gecontextualiseerd worden door de lezingen van Casanova, Agadjanian en Hämmerli. Met andere woorden, deze conference zal een mooie opstap zijn voor het ERC-project vanMurre-van den Berg. Nick Pouls , ,

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=