Jaargang 67 Nummer 4

Pokrof 23 E r zijn in de Byzantijnse traditie twee waterwij- dingen: de grote water- wijding op het feest van Theofanie (6 januari, Doop van Jezus in de Jordaan) en de zogeheten kleine waterwij- ding. Over deze laatste hebben we het hier. De grote waterwij- ding is gehouden aan het feest van Jezus’ Doop en daarmee aan het liturgisch jaar. De kleine waterwijding kan op ieder moment van het jaar wor- den gevierd. Vaak is er in een parochie de regelmaat van één keer in de maand. De kleine waterwijding kan plaats vinden in het kerkge- bouw, maar ook bij de mensen thuis. In dat laatste geval wordt de kleine waterwijding ook wel gevierd in het kader van de zogeheten huiszegen. De kleine waterwijding vindt plaats voor een kleine tafel. Op het tafeltje staat een kom water. Bovendien staan er op het tafeltje twee kaarsen en er liggen een evangelieboek, een handkruis, een bosje gedroog- de basilicum en een schone witte handdoek op. De prie- ster draagt zijn toog en een epitrachilion (stola); soms ook een felonion (kazuifel). Als er een diaken bij is, draagt deze een orarion (diaken- stool) over zijn toog. Na de beginzegen wordt er een psalm gebeden, psalm 143: ‘Heer, hoor mijn gebed, luister naar mijn smeken in uw waarachtigheid.’ Na de psalm volgt een reeks van troparia (korte hymnische teksten), met daarna weer een psalm, psalm 51, een boetepsalm: ‘God, ontferm U over mij in uw barmhartigheid, delg mijn zondigheid in uw erbarmen.’ Hierna volgen er opnieuw troparia. Ze zingen de lof van Christus en zijn Moeder en gaan over de vergeving van zonden en redding in nood. Dan komen de lezingen met een prokimenon en een al- leluia: het epistel is uit de Brief aan de Hebreeën (2:11-18) en de Evangelielezing uit Jo- hannes (5:1-4). Na de lezingen wordt de vre- deslitanie gezongen, gevolgd door een relatief lang gebed, waarin verwezen wordt naar het water van het doopsel: ‘Schenk ons opnieuw door het deelnemen aan dit water uw zegen, die ons schoon wast van onze bevlekking (vert. Or- thodox klooster van de Ge- boorte van de Moeder Gods in de Peel). Dan neemt de priester het kruis in beide han- den. Hij zegent driemaal het water door het kruis er verti- caal in te laten zakken en dan weer op te heffen. Onder- tussen wordt ‘Red, Heer, uw volk en zegen uw erfdeel’ gezongen. Dan kust iedereen het kruis en de priester be- sprenkelt het aanwezige volk en de ruimte waarin men is met het gewijde water. Dan wordt de ‘Dringende litanie’ gebeden, waarbij de namen worden genoemd van degenen voor wie deze waterwijding gehouden wordt. Tot afsluiting is er de wegzending waarmee de kleine waterwijding ten einde komt. De mensen nemen vanuit de kerk gewijd water mee naar huis. Het heilig water wordt gebruikt door ervan te drinken, tot zuivering van ziel en lichaamen tot genezing van zwakheden. Het wordt ook ge- bruikt om er huizen mee te ze- genen door ze te besprenke- len; men kan er ook mensen mee zegenen of objecten, bij- voorbeeld een auto. Leo van Leijsen Byzantijnse Liturgie XXXII: Processie naar het waterbassin achter de kerk voor de kleine waterwijding, op het feest van Hemelvaart. Klooster Esphigmenou op Athos (Foto: Wikimedia Commons/Lipsio).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=