Jaargang 67 Nummer 4

Pokrof 16 COMSt). Hoewel dit onderzoek overeenkom- sten en verschillen tussen culturen heeft laten zien, ontbreekt een goede vergelijking tussen de Latijnse en Griekse schriftculturen. Dit korte artikel is een eerste aanzet om een beschrijving te geven van een project in wording, waarbij Latijnse en Griekse handschriftenkundigen in- tensief gaan samenwerken. Het begin van een samenwerking Tijdens een internationale cursus in paleografie en codicologie aan de Université d’été Interna- tionale de Paléographie Itinérante (Rondtrek- kende Internationale Zomeruniversiteit van de Paleografie, UIPI) in Rome en Venetië heb ik kennis mogen maken met andere promovendi geïnteresseerd in het laatantieke, middeleeuwse en vroegmoderne boek. De cursus is begeleid door niemand minder dan Filippo Ronconi, on- derzoeker aan de Ecole des hautes études en sci- ences sociales (School van de Hogere Studiën in de Sociale Wetenschappen, EHESS), en Marc Smith, hoogleraar paleografie aan de pres- tigieuze École nationale des chartes (Nationale School van de Charta’s). Door het interna- tionale karakter van de cursus zijn er hand- schriftenkundigen aanwezig van vele verschil- lende landen, zoals Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië, Nederland, Duitsland, Hongarije en Grie- kenland. In zulk gezelschap is het niet verwon- derlijk dat er al snel levendige debatten plaats- vonden over theoretische veronderstellingen in de handschriftenkunde en de toepassing van kwalitatieve en kwantitatieve methodes. Het is dan ook niet verwonderlijk dat iedere aan- wezige handschriftenkundige zijn of haar eigen geografische focus heeft. Met andere woorden, de cursus heeft voor een vruchtbare uitwissel- ing gezorgd tussen collegae in academia over di- verse schrifttypen, talen en geografische ver- schillen. Aldaar heb ik het genoegen gehad Christopho- ros Kontonikolis te ontmoeten, een promoven- dus aan het Hellenistisch Historisch Instituut in Athene. Onder begeleiding van zijn promotor Niki Tsironi werkt Christophoros aan een kriti- sche editie van Cosmas Vestitor’s homilia en en- comia (preken en lofprijzingen, red.) op basis van een paleografische en filologische benade- ring. Door zijn kennis van de Griekse geschiede- nis en tekstuele overlevering raakten we al snel verzeild in diepgaande gesprekken over de ge- schiedenis van Athos, de kloosters en natuurlijk de schatrijke kloosterbibliotheken. Om onze Athos,Vatopedi, Ms. 600, f. 208v-209r, 1021, Oud Testa- ment. De decoraties en versierde hoofdletter markeren het begin van een nieuw boek.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=