Jaargang 67 Nummer 4

Pokrof 10 Op zijn fietsje bezocht Abuna Francis (Abuna betekent vader, leidsman, in het Arabisch), de gevangenen. Hij bezocht ook de politieke gevangenen in de strenge gevangenis in Damas- cus met gevaar voor eigen leven. Hij troostte de gevangenen, samen baden ze en hij gaf zemoed, want het was niet zeker of de gevangenen de volgende dag nog zouden leven. Iedereen gaf hij liefde, kracht en geborgenheid en aandacht. Vaak sliep hij ’s nachts niet, want hij moest nog even naar die persoon om eten te brengen en naar weer een andere persoon om te troosten en even iemand te bemoedigen of een zieke te bezoeken. Dag en nacht stond hij klaar voor zijnmensen. Voor de armen regelde pater Frans brood en voedsel en ook was iedereen welkom om aan tafel mee te eten in het klooster. Dat waren heel bijzondere maaltijden met hele in- teressante en emotionele gesprekken en zeker voor een Westerse persoon. Hoe kon dit zo zijn in Syrië? Syrische mensen zijn tevreden mensen en heel bijzonder ook altijd bezorgd om de problemen van de ander. Overal ben je welkom, hun gastvrijheid is enorm en met de groet ‘marabah’ zit je zo in een Bedoeïenentent met handen en voeten te praten. Voor gehandi- capten liet hij een groot centrum bouwen in Homs. Ook voor de arme bejaarden werd een onderkomen gebouwd. Voor de armen regelde hij brood en voedsel. Voettochten Naast priester was Abuna Francis ook psy- chotherapeut. Hij zag dat het zinvol zou zijn om met jonge mensen bruggen te bouwen van vrede en wederzijds begrip voor elkaar met christenen enmoslims. Daarom begon Frans looptochten, ‘Pax Christi’-voettochten, te organiseren door de bergen. Het was doorgaans een zeer gemê- leerde groep van jongeren en personen tot 45 jaar. Christenen van allerlei kerken, moslims van allerlei richtingen zoals Alawieten, Soen- nieten, Sjiïeten, Salafisten en Jihadisten; een grote groep van 200 jongeren en volwassenen, verdeeld over groepen van 20 personen. We liepen 20, 30 km per dag met bagage op de rug bij een temperatuur van 40 graden over de rot- sen, door de woestijn, door kleine dorpjes, en door een prachtig landschap en we ontmoetten ontzettend lieve mensen, dorpelingen Een on- vergetelijke ervaring. In ons groepje waren veel studenten die gelukkig Engels en Frans spra- ken, want ik verstond geen letter van het Ara- bisch. Ons groepje was eens de weg kwijtge- raakt in de bergen, we waren verdwaald en in die grote eenzaamheid was er niemand die ons kon helpen. Het werd al donker en dat gaat héél snel in Syrië. We besloten omde nacht boven op de rotsen door te brengen totdat het weer licht zou worden de volgende morgen. In de verte hoorden wij de wolven en hyena’s huilen. We wa- ren aangewezen op elkaar. Het beetje water in de flessen werd gedeeld en enkele koekjes die we nog hadden werden ook gedeeld. We spra- ken elkaar moed in. De Syriërs gingen takjes zoeken om een vuurtje te kunnen maken om de wolven eventueel op afstand te houden. Ik dacht dat ik nooit meer in Nederland zou komen. Gelukkig had Abuna Francis al aan de bewoners van het dorpje gevraagd om de groep te gaan zoeken in de bergen. Zij kenden de Pater Frans met schaapherder. (Foto: K. van Heesewijk)

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=