Jaargang 67 Nummer 3

Pokrof 4 Athos en daar raakte hij begeesterd door de stijl en de techniek van de Byzantijnse schil- derkunst, die hij in verschillende kloosters ont- moette. Voor hem was dat een openbaring van wat de echte Grieks-orthodoxe iconenkunst inhield. Dat is hem blijven boeien zijn hele leven lang en heeft zijn werken bepaald. Kontoglou was langzamerhand een zeer begaafd, maar ook zeer productief kunstenaar geworden. In 1923 had hij zijn eerste expositie en werd zo nog meer bekend. Hij schilderde en schreef. Overal in Griekenland vindt men ker- ken en kloosters , waar hij de fresco’s restau- reerde, zoals bijvoorbeeld de Perivleptos-kerk in Mystra. De iconografie van de icoonschil- ders uit Kreta, die na de val van Constantinopel in 1453 daar terechtgekomen waren, werd voor hem de basis en het voorbeeld voor zijn werk. Zijn creatieve activiteiten waren heel duidelijk de uitdrukking van zijn geloof als Orthodox christen, en dat verdedigde hij zijn hele leven met een bijna fanatieke toewijding. Zijn vele geschriften en publicaties, - en het zijn er meer dan vijftig – betreffen steeds de schoonheid en diepte van de Byzantijnse kerkelijke kunst en zijn zorg de Orthodoxe traditie ervan te verde- digen. Zo verzorgde hij vanaf 1950 een religi- euze column ‘Zondagse Onderwerpen’ in de Atheense krant Elefteria, en dit hield hij vol tot zijn dood in 1965. Een van zijn laatste publica- ties is zijn boek ‘Wat is Orthodoxie en wat is Papisme?’. Oecumene was niet zijn geliefd onderwerp. De activiteiten op dat gebied door de grote Oecumenisch Patriarch Athenagoras en diens vriendelijke verhouding met de Kerk van Rome konden zijn goedkeuring niet weg- dragen. Hij beschouwde Athenagoras eenvou- dig als een verrader van de Griekse Ortho- doxie. ‘Hoe drukt de Orthodoxe Iconografie zich uit?’ Als we Photis’ belang voor de Byzantijnse ico- nografie willen begrijpen kunnen we hem ner- gens beter ontmoeten dan in zijn meesterwerk, een boek in twee delen: Ekfrasis tis Orthodoxou Ikonografias” , Uitdrukking van de Orthodoxe Iconografie, of beter in goed Nederlands: ‘Hoe drukt de Orthodoxe Iconografie zich uit?’, want daar gaat het boek over. Het eerste deel bevat de tekst, en deel 2 bevat de illustraties. (verschenen in 1960 en herdrukt in 1979) Dit boek is niet alleen een uitleg van de Byzantijnse iconografie, maar het wil laten zien , dat je volgens Kontoglou alleen maar op deze manier het Orthodoxe geloofsgoed, de Orthodoxe Traditie in beeld en kleur kunt uit- drukken. Het is dus meteen een afwijzing van de ‘realistische en softe westerse religieuze kunst’. Heel ongewoon begint het boek met een pro- loog van de uitgevers Alexander en Euaitelos Papadimitriou van de uitgeverij Astir in Athene. Hierin spreken zij ‘de lieve lezers’ aan en drukken hun vreugde uit dat zij dit boek mogen aanbieden, de vrucht van vele jaren van studie en inzet van een kunstenaar… die van- uit zijn liefde voor de Oosters-orthodoxe Iconografie dag en nacht werkte voor het behoud van onze kerken, met alleen God als zijn helper.” Natuurlijk wijzen de uitgevers op de beroemde ‘Gids van de iconenkunst’ van de priestermon- nik Dionysius uit 1730. “Maar diens werk bevatte naast al zijn positieve en technische aanwijzingen toch veel elementen die niet overeen komen met de Orthodoxe iconografie en die ook veel fouten bevatten”. Des te groter is dus hun vreugde om dit boek. “Moge Gods hulp bijdragen aan de wederopstanding van onze Iconografie en aan de geestelijke renaissance daarvan”. Met dergelijke woorden van aanbeveling wordt deze uitgave als het ware uitgetild boven welke publicatie dan ook. Natuurlijk geeft Photis De schilder met zijn vrouw en dochter in Byzantijnse stijl.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=