Jaargang 65 Nummer 3

Pokrof 4 door hem verricht. V. Alexis kreeg van hem de raad in Amsterdam een parochie te vormen – v. Sergei de suggestie om daar te werken, in een stad met meer Russen dan in Londen. Levensweg Sergei Ovsjannikov, geboren in 1952 in Lenin- grad, en opgroeiend in de repressieve jaren ‘50 en ‘60, was tersluiks gedoopt, buiten mede- weten van zijn vader, een gewetensvolle communist. Als Sergei in 1978 besluit aan de Geestelijke Academie te studeren, neemt zijn vader in een ingezonden stuk in de Pravda daar afstand van. De tijden zijn ernaar. Maar eerst dient hij in het leger – de weg van de discipline lijkt hemgoed voor zijn geestelijke vorming. Hij heeft een diensttijd in Kaliningrad. Daar bezoekt hij het graf van Kant, en wordt hij opgesloten, wegens afwezigheid zonder toe- stemming. Als hij na zijn straf aan iemand vertelt dat hij eigenlijk wel een leuke tijd had, wordt hij naar de cel teruggestuurd. In zijnboek komt deze episode nog aan de orde. Daarna komt er een tijd dat hij in het geheim de werken van Florenskij, Berdjajev en Sjestov bestudeert, en deelneemt aan gespreks- groepen over het geloof. En dan de Geestelijke Academie. Na zijn afstuderen kan hij onder- zoek doen en doceren. De aanstelling wordt beëindigd als hij in 1986 met een buitenlandse trouwt: Aliona Voogd, dochter van, die nu alweer een poos het koor in Amsterdam dirigeert. Een priesterwijding in Rusland zat er om die reden ook niet in. Wel is hij in zijn Russischeperiode tot diakengewijd: eendiaken werd niet geacht te preken, en kon weinig kwaad. Tochheeft hij datwel gedaan inhet dorp Vyrica, waar in de Chroesjtsjov-periode onge- hoorde dingen zijn gebeurd: de kerk werd er ge- sloten; parochianen die zich verzetten werden door demilitsiamet hondenweggejaagd; de ico- nen werden vernield en in kampvuren gegooid. In 1989 kan hij in Londen komen, voor weten- schappelijk onderzoek, onder meer Bijbelwe- tenschap. In Londen komt de beslissing voor het priesterschap. Na de priesterwijding in 1990 vertrekt hij spoedig naar Amsterdam. Zijn werk is voor de groei en ontwikkeling van de parochie daar van groot belang geweest. Een boek over vrijheid Aan het begin van zijn boek over de vrijheid vertelt Sergei Ovsiannikov hoe hij in zijn militaire diensttijd, vroeg jaren zeventig, in eenzame opsluiting raakte: niets te doen, lezen en schrijven mocht niet, geen contacten. Alles binnen het systeem van de angst – was dit niet het meest radicale verlies van vrijheid? En juist in die omstandigheden, vertelt hij, ontdekt hij de vrijheid. “De vrijheid kan alleen inGod zijn.” Voor de lezer lijkt het wat kort door de bocht; als het zo gesteld is, kun je wel ophouden met lezen. Maar het vreemde is dat de gevangene, communistisch opgevoed, vrijwel geen religi- eus onderricht had gehad, weinig wist van reli- gie, slechts een beperkt idee had van wie God is en wat de vrijheid in God inhoudt, maar toch een religieus bewustzijn kreeg.. Die vrijheid bleef voor hem een thema voor het leven, en moest in een boek worden uiteen- gezet: Kniga pro svobodu , ‘Een boek over de vrijheid’, of misschien ‘voor’ de vrijheid. Het is geen geleerd theologisch of filosofisch werk, ik zou het vooral pastoraal willen noemen. Als we zien hoe het is opgebouwd: 1. “Verloren vrij- heid”, 2. “Zichzelf vinden”, 3. “Door het prisma van de vrijheid”, 4. “Een uitweg naar de vrij- heid” (of: “de wil”), wordt ons al een program- ma duidelijk. Omdat het boek op dit moment nog niet in vertaling is verschenen, is het hiervolgende geen bespreking als gebruikelijk. Het leek me zinniger enige thema’s eruit te nemen, waar- mee dan mogelijk een idee gegeven is van de inhoud van het boek. De omgang met de Bijbel spreekt tot de verbeelding. Als de slang zijn listen heeft bedreven en in de appel van de Boomder Kennis is gebeten, is daar vooral de schaamte. Een nieuw soort weten van Adam is de ontdekking dat hij naakt is. De schaamte en de angst doenhun intrede. De angst komt in het boek nog vaak terug. De angst betekent het verlies van de vrijheid. En pas in vrijheid leven we naar het beeld van God. God schiep in vrijheid de mens, en als demens leeft naar zijn beeld en gelijkenis wil dat zeggen dat hij leeft in vrijheid; en als dit nog onvolledig het geval is, moet hij ernaar streven. Het werken aan het zelf, en daarmee aan de persoonlijke vrijheid, is het onderwerp van het boek. De uittocht uit Egypte is het verhaal van de uittocht uit de onvrijheid. Het morrende volk, dat aan de slavernij bij de vleespotten de voorkeur gaf, is deze vrijheid niet waard. Daarom gaan er veertig jaar overheen eer het Beloofde Land betreden mag worden, en wel door diegenen die vervuld zijn van “een nieuwe geest”. Paulus zal zich later tot de Korinthiërs richten: ‘Ons innerlijk vernieuwt zich van dag

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=