Jaargang 65 Nummer 2

Pokrof 1 7 Kerk, binnen de plaatselijke Raden van Kerken) gaan op enigerlei wijze terug op die ene kerk van de begineeuwen en daarmee op de meerderheid van de Kerkvaders (ook al verschilt de mate van gezaghebbendheid die men hen toekent van kerk tot kerk). Deze realiteit bergt een groot oecu- menisch potentieel in zich, waaruit men profijt kan trekken. Mét de Kerkvaders gaan we terug op de erflaters van vrijwel alle kerken wereld- wijd: orthodox, katholiek, protestant… Het le- zen door christenen van Kerkvaders is dan ook een oecumenische bezigheid, omdat vrijwel ie- der hierbij stoot op de fundamenten van de eigen kerk, welk gezag men ook – in meerdere of min- dere mate – in de eigen kerk aan Kerkvaders toe- kent. Het is dan ook aanbevelenswaardig om Kerkva- ders bij voorkeur gezamenlijk oecumenisch te lezen, zoals de Katholieke Vereniging voor Oe- cumene zelf ook doet in haar leerhuizen in Den Bosch en Hernen, waar deelnemers uit verschil- lende kerken (protestant, katholiek, orthodox) afkomstig zijn. Het zich verdiepen in Kerkvaders heeft ook in zoverre nog een extra oecumenische betekenis dat hierdoor bruggetjes geslagen kunnen wor- den door westerse christenen naar met name die kerken die heel in het bijzonder en heel uitdruk- kelijk de Kerkvaders hoog in het vaandel hebben staan, te weten de Orthodoxe en andere oosterse kerken. Kennis van en welgemeende interesse in Kerkvaders zal de toegang van westerse christe- nen tot Orthodoxen vergroten. Origineel Kerkvaders vormen zoals gezegd de roots van het christelijk geloof zoals dat historisch gegroeid is. Dat kan het besef van continuïteit vergroten tus- sen geloven nu en geloven in de eeuwen van de Kerkvaders. Maar diezelfde Kerkvaders die de roots vormen van het historische christelijke ge- loof, kunnen inmiddels zozeer ingehaald zijn door latere, ons meer vertrouwde visies, dat on- ze ontmoeting met hen ons (aanvankelijk en soms blijvend) een zekere vervreemding kan ge- ven – wat positief ook uit kan werken dat we op een ander been gezet worden. Dat wordt duide- lijk aan een figuur als Origenes (3 e eeuw), die belangrijke fundamenten van de christelijke theologie heeft gelegd, welke doorwerken tot op de dag van vandaag, maar wiens werk ons bij le- zing tevens zo onherkenbaar en daardoor origi- neel en fascinerend kan voorkomen, dat we een omdenken en een nieuw perspectief kunnen er- varen. Mét deKerkvaders In een eerdere bijdrage in Pokrof (‘Recensie: Bij- bel lezen met de Kerkvaders’, 2014-2, pp 18-19 ) heb ik wat dit betreft al eens de inspirerende vi- sie naar voren gehaald van de Frans-Amerikaan- se protestantse theoloog/bijbelkundige, Daniel Patte over het lezen van de Kerkvaders (Daniel Patte, ‘A Western Biblical Scholar Reading Ro- mans with Greek Fathers and Eastern Orthodox Biblical Scholars’, in: Greek Patristic and Eastern Orthodox Interpretations , Londen 2013, pp 179- 220). Hij concentreert zich hierbij op het lezen van de Schrift. Hij pleit niet voor het overnemen van een soort absolute autoriteit van de Kerkva- ders bij bijvoorbeeld het lezen van de Bijbel, maar voor een lezen ervanmét de Kerkvaders. In de genoemde recensie in Pokrof wordt tevens de handreiking vermeld van de Wereldraad van Kerken bij het lezen van de Kerkvaders ( Reading the Gospels with the Early Church. A Guide , Tamara Grdzelidze [ed], World Council of Churches Publications, 2013), die een zelfde richting in- slaat. Door bijvoorbeeld Bijbel te lezenmét de Kerkva- ders opent zich aldus een nieuwe, vaak onver- wachte ruimte; een die ons verder brengt dan de dikwijls enigszins vastliggende interpretaties die men haast vanzelfsprekend op de Bijbeltekst pleegt te leggen. Deze manier van Bijbellezen mét de Kerkvaders (en oosterse christenen) ziet Patte als uitermate verruimend en verrijkend. Verruimende leeswijze In mijn reeds vermelde recensie uit 2014 schrijf ik over zo’n verruimende leeswijze van Johan- nes Chrysostomus die enerzijds ‘Tegen de Joden’ schreef, maar in zijn commentaar op Romeinen 9-11 (over Israël) tot een visie komt die het Jood- se Volk niet afschrijft, maar als nog altijd opge- nomen inGods heilsplan ziet. Men kan de verruimende leeshouding waarover Patte spreekt meenemen niet alleen bij de Bij- beluitleg door Kerkvaders, maar bij elke tekst van hen. Zo worden in het actuele geloofsgesprek Kerkva- ders – sámen met de Bijbelse auteurs – tot part- ners die over zeer oude papieren beschikken. En misschien licht dan ook wel op, mutatis mutan- dis, wat de neo-patristische synthese in de Or- thodoxe theologie van de 20 e eeuw voorstaat: niet de Kerkvaders klakkeloos en slaafs imite- ren, maar zich laten inspireren door de geestes- houding waarmee zij het christelijke geloofsle- ven benaderen. Leo van Leijsen

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=