Jaargang 64 Nummer 5

2 1 Pokrof Origenes, Dertiende preek over het evangelie naar Lucas 1. Onze Heer en Heiland wordt geboren in Bethle- hem en een hemels legermacht prijst God en zegt: ‘Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde bij de mensen des welbehagens.’ […] 7. ‘En het geschiedde’, zegt hij, ‘toen de engelen van hen heengevaren waren naar de hemel, dat de herders tot elkander spraken “Laten wij dan naar Bethlehem gaan om te zien dit woord, dat geschied is en ons door de Here is bekendge- maakt”. En zij kwamen haastig en vonden Maria en Jozef en het kind’ (vgl. Luc. 2:15-16). Omdat zij haastig kwamen en niet voetje voor voetje of met vermoeide gang, vonden zij Jozef, die alles gere- geld had voor de geboorte van de Heer en Maria, die Jezus ter wereld had gebracht, en de Heiland zelf, liggende in een kribbe. Het was die kribbe, waarvan de profeet geprofeteerd heeft, toen hij zei: ‘Een rund kent zijn eigenaar en een ezel de krib van zijn meester’ (Jes. 1:3). Een rund is een rein dier, maar een ezel is een onrein dier. Een ezel kent de krib van zijn meester. Het volk Israël heeft de krib van zijn meester niet gekend, maar een onrein dier uit de heidenen wel: Maar Israël heeft Mij niet gekend en mijn volk heeft Mij niet begrepen. Als we de betekenis van de kribbe heb- ben begrepen, laten we ons dan inspannen, dat we de Heer leren kennen en waardig worden Hem te kennen en dat we niet alleen zijn geboorte en de opstanding van zijn vlees aannemen, maar ook de roemrijke tweede komst in majesteit van Hem, wien de heerlijkheid is en de kracht in alle eeu- wigheid. Amen. [Fragment uit preek over Lukas-evangelie door Orige- nes: XIII, §1 (eerste zin) en § 7. Vert. F. Ledegang, in: Kerstmis en Epifanie. Teksten uit de vroege kerk over de geboorte van Christus (A.A.R. Bastiaensen e.a.), Chris- telijke Bronnen 12, Kok, Kampen 1997, pp 23 e.v.] gaan vieren. Zowel in onze westerse kerstgroe- pen als op de oosterse iconen zijn de os en de ezel niet meer bij de kribbe weg te denken – hoe- wel ze in het Kerstevangelie niet voorkomen! (De ezel komt al wel als rijdier voor Maria voor in het Kerstverhaal uit het tweede-eeuwse apo- criefe Proto-Evangelie van Jacobus 17:2, en een ‘kribbe van de ossen’ waarin Jezus bij de kinder- moord van Betlehem in werd verborgen, komt er voor in 22: 2.) Een preek vanOrigenes (zie kader) is de eerste – in elk geval gedocumenteerde – keer dat er een verband wordt gelegd tussen een tekst over os en ezel van Jesaja (1:3) én de voederbak uit het Kerstverhaal volgens Luk. 2. Dat Origenes, die overigens rabbijnen raadpleegde bij zijn Bijbel- uitleg, dit met een anti-joodse touch doet, is eveneens illustratief voor hoe de meeste Kerkva- ders haast uit gewoonte het volk Israël bekriti- seerden, een ‘traditie’ die – later tot beduidend schrijnender proporties voortgewoekerd – even- eens tot in het moderne christendom heeft kun- nen reiken en waarvan de kerken zich pas vanaf halverwege de vorige eeuw met vallen en op- staan aan het ontdoen zijn. Leo van Leijsen Vier oosterse Kerkvaders (vlnr Basilius, Gregorius van Nazianze, Johannes Chrysostomus en Athanasius) op een westers glas-in-loodvenster in de Sint- Janskathedraal te ’s-Hertogenbosch, door Hezenmans, 1889. (Foto: Copyright © bij groetenuitdenbosch.nl. Met toestemming)

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=