Jaargang 63 Nummer 1

Pokrof 9 Boeddha is in. Hij inspireert tot serieuze bezinning: van zen-meditatie tot mindfulness. Meer volks neemt hij de plaats in van H. Hart-beeld tot tuinkabouter. Voor sommigen puur een decoratief attri- buut, voor anderen een hele of halve heilige – dat laatste soms ook voor christenen. Die verering lijkt iets van.., pakweg enkele tientallen jaren. Kortom, iets moderns. Toch was de Boeddha al eerder voorwerp van Europese of christelijke verering. Maar wel in ver- momming. ‘Buddha in disguise’: Sint-Josafat, Prins van India! Het verhaal van hem en zijn metge- zel Barlaäm is een vrome christelijke legende. Een christelijke versie van Boeddha’s levensverhaal. Een beetje ‘Sint-Boeddha’. Hoe zit dat? Eerst het verhaal van Barlaäm en Josafat. In een notendop – de gebeurtenissen worden geplaatst in de eerste 3 à 4 eeuwen van het christendom. Een Indiase koning vervolgt de door de apostel Thomas gestichte Kerk in zijn rijk. Wanneer sterrenwichelaars de koning voorspellen dat zijn eigen zoon Josafat christen zal worden, sluit hij de jonge prins op. Toch komt Josafat in contact met het christelijk geloof via de kluizenaar Barlaäm en laat zich dopen. Na veel strijd overtuigt hij ook zijn vader. Die doet troonsafstand, wordt kluizenaar en laat zijn zoon het koninkrijk na. Later trekt ook Josafat de eenzaamheid in, samen met zijn leermeester Barlaäm, en leidt een heilig leven. De legende stamt van een Indiase boeddhistische tekst in het Sanskriet. Die vertelt het levensver- haal van prins Siddharta Gautama (± 6 e eeuw vóór Chr.), die de Boeddha zou worden. Hij verlaat het paleis van zijn vader, leidt eerst een rigoreus ascetisch leven, zweert dat af en komt tot medita- tie en verlichting. Zo wordt hij de grondlegger van het boeddhisme. Het relaas van zijn spirituele queeste komt via de godsdienst der manicheeërs – zij vereerden zowel Christus als Boeddha – meer naar westelijke richting. Deze feiten en de droge, beknopte samenvatting hierboven laten natuurlijk niet voelen waarom dit verhaal zo populair was in (toentertijd boeddhistisch) India, (zoroastrisch) Perzië en (islamitisch) Irak; waarom het via het christelijke Midden-Oosten rond 1000 de Byzantijnse wereld en West- Europa bereikte en daar zo’n furore maakte. Het moet in de oren van de middeleeuwer van welk geloof dan ook als een boeiende, uiterst smakelijke vertelling geklonken hebben. Ook de Joden hadden hun Hebreeuwse versie. De Griekse naam Josafat is een bijbelse aanpassing (vgl de boeken Samuel-Koningen-Kronieken) van Joasaf, dat via het Arabische Yudhasaf ofwel Budhasaf komt van bodhissattva . Barlaäm heette op zijn Indiaas ook anders. Zijn naam moet eveneens een christelijke, zo niet – bij benadering – bijbelse aanpassing zijn (denken we aan Balaäm, Grieks voor Bileam, uit Numeri 22-24). De legendarische Josafat, een christelijke overschildering van Boeddha, werd zo een heilige in de Byzantijnse en Romeinse traditie met een eigen feest (26 augustus resp. 27 november, Rusland: 19 november/2 december). Boeddha is onder ons al heel lang in, blijkbaar. Leo van Leijsen Wie meer wil weten, zie o.a. internet (Wikipedia, orthodoxe sites). Zoekwoorden: ‘Josaphat’, ‘Joasaph’, ‘Barlaam’. Sint-Josafat, Prins van India

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=