Jaargang 62 Nummer 4

1 8 Pokrof rozet – het feit dat het zich daar in de on- derste regionen bevindt, staat symbool voor de overwinning op het heidendom. In de heilige ruimte boven het kruis zien we een paar vo- gels, naar elkaar toe gericht, een zon en een maan, en soms de hoofden van Christus en een bepaalde heili- ge. Druiventros- sen en granaatappels hangen vanaf de bovenzij- de van de khachkar tot bij het kruis. De eindeloos delicate lijnen van de filigrein-achti- ge patronen voorzien de compositie van een enorme energie die de ‘verticaliteit’ benadrukt, en je derhalve een indruk geeft van een ‘om- hoog reiken’. Dikwijls verwijzen inscripties zelf ook naar de bemiddelende rol van de khachkar tussen de gelovige en God: het kruis in het mid- den verbindt de profane en de sacrale sfeer. Met deze drievoudige verdeling van de ruimte in profaan, kruis, en sacraal, is de khachkar op te vatten als een Armeense versie van de univer- sele ‘Kosmische Boom’. De khachkar werd ook opgevat als een wapen om de machten van het kwaad te overwinnen, gesymboliseerd in de slang. En zo zie je dan dik- wijls dat het kruis triomfantelijk bovenop een spiraaldecoratie staat (boven de rozet of de driehoek). Deze spiraaldecoratie beeldt de slang met gebroken rug uit, de overwonnen slang-draak uit de onderwereld. Opnieuween christianisering Vanaf het midden van de dertiende eeuw heeft de Armeense kerk een offensief ingezet om de kruissteen te her-christianiseren in een monu- ment dat louter de kruisiging representeert. Daaruit ontstond de zogenaamde Amenapr- kich- oftewel Alverlosser-kruissteen. Die heb- ben wij op reis in al zijn glorie gezien in het Haghpatklooster. Op deze stenen is de overda- dige vegetatieve achtergrond van de klassieke kruissteen gesnoeid, waarbij deze tegelijk zijn boomachtige decoratie verliest, en puur een Kruisiging is geworden, met de Christusfiguur hangend aan het hout. Ofschoon deze Alverlos- ser-stenen voortreffelijk zijn qua vakman- schap, hebben ze nooit populariteit verworven. Verval Met de algehele neergang van het Armeense culturele en religieuze leven door deMongoolse invasie van de dertiende eeuw, raakte de kunst van de khachkar in verval. De stenen die nog wel werden gemaakt, werden niet opgericht als aanleiding van bepaalde levens gebeurtenissen, maar louter nog op begraafplaatsen als gedenk- steen voor de doden . Gedurende de vijftiende en zestiende eeuw werden elementen van de klas- sieke kruissteen overgebracht op de horizonta- le grafstenen die in deze periode in gebruik kwamen. Figuren verbonden met het leven van de overledene werden aan de ene zijde inge- kerfd, en kleine kruizen aan de andere zijde. Ook deze grafsteen-khachkar raakte in on- bruik, zij het dat er vanaf de jaren ‘60 van de vo- rige eeuwweer een sterke opleving kwam. En in de periode van het overdadige nationalisme in de jaren negentig werden ze opnieuw populair op andere plaatsen, nabij bronnen, riviertjes et cetera . Het christelijke Kruis begon zijn opmars in Ar- menië als overwinningsteken en symbool van nieuw leven, en dreigde te eindigen als graf- steen, als een teken van dood. Dat zou wel mor- bide zijn. Gelukkig zijn er ook tekenen van een kentering, waarbij de khachkar juist weer als teken van leven wordt omarmd. Verdere ver- kenning van dit thema zou kunnen stuiten op de kruissteen als symbool van verrijzenis van het Armeense volk als collectief, het volk dat doorheen de geschiedenis maar in het bijzonder in de aanloop naar 1915 door zovele wreedhe- denwerd geplaagd. Dirk Neven Voor dit artikel heeft de auteur naast zijn eigen reisaantekeningen dankbaar gebruikt gemaakt van het artikel ‘Armenien’ in de RGG, 3 e editie 1957, pag. 610 e.v., en van het mooie boek van Nancy Sweezy en LevonAbrahamiam (editors): Armenian Folk Arts, Culture and Identity, India University Press 2001. Alverlossers-kruis- steen (Foto: D. Neven).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=