Jaargang 62 Nummer 2

Pokrof 1 1 zijn, wordt pas later geëffectueerd als deze scheuring door latere onverkwikkelijke weder- waardigheden haar point-of-no-return bereikt. Het betreft hier wederzijdse gruweldaden: het uitmoorden van de Latijnse inwoners van Con- stantinopel in 1182, de plundering van de stad in 1204 door de Latijnse kruisvaarders, et cetera ; met overigens het grootste deel aan wandaden van de kant der Latijnen ten opzichte van de Byzantijnen. Schisma’s tussen Rome en Con- stantinopel waren al eens eerder voorgevallen (484-519, 863-867) en daarna weer geheeld, dit keer zou het meer dan 900 jaar duren voor de wederzijdse banvloeken (maar niet de kerk- scheuring zelf) opgeheven werden (in 1965, zie hieronder). Osmaans De Aya Sofia, gebouwd in 536 en in haar lange geschiedenis in zowel 1054 als 1204 de patriar- chale kerk, is dat anno 2015 allang niet meer. In 1453 struint Constantinopels Ottomaanse vero- veraar, sultan Mehmet II, op zijn strijdros de gewijde ruimte binnen. Vanaf dat moment is het een moskee (tot 1934, sedertdien museum). De patriarch werd veel later gemanoeuvreerd naar een bescheidener kerk, de Sint-Joriskathedraal in een van de Griekse wijken van de stad. Daar, in het Fanar, koos hij ook zijn domicilie, een Ortho- dox soort mini-Vaticaan, in de vrijwel gelijkna- mige wijk Fener aan de Gouden Hoorn. Sinds de val van het Byzantijnse Rijk in 1453 heeft de zetel van Constantinopel veel aan kerke- lijke ‘macht’ ingeboet. Sinds eind 16 e eeuw ont- worstelden nationale Orthodoxe kerken (Rus- land, Griekenland, Servië, Roemenië etc.) zich aan het kerkelijk gezag van Constantinopel. Was de patriarch nog lange tijd onder de Ottomanen ook de wereldlijke leider van de christenen bin- nen hun Rijk , ook dat kalfde af. Tegenwoordig wordt er zowel van intern-Orthodoxe zijde zelf (patriarchaat Moskou) als van staatswege – Turks – veel beknibbeld op de autoriteit van de oecumenisch patriarch. Binnen het huidige Tur- kije is hij leider van slechts enkele duizenden oorspronkelijk Griekse, orthodoxe bewoners van Turkije; buiten Turkije vallen echter vele dioce- sen onder zijn patriarchale gezag, zowel in Grie- kenland (de Nieuwe Landen, bij de Griekse staat sinds 1912-1913 en sinds 1928 feitelijk bestuurd door de Kerk van Griekenland onder de aartsbis- schop van Athene; de autonome Kerk van Kreta; de Dodekanesus; de H. Berg Athos) als elders in Europa (Estland gedeeltelijk, Finland) en in de orthodoxe diaspora (alle Griekse bisdommen in het Westen, maar ook het in Nederland en België aanwezige Russisch Aartsbisdom van Parijs, en bijvoorbeeld de Oekraïense Orthodoxe Kerk in de VS , met twee parochies tot in Vlaanderen). Van Constantinopel gingen belangrijke impulsen uit voor de universele Orthodoxie: zo ging een kalenderhervorming (westerse gregoriaanse ka- lender voor de datum-feesten, oosterse juliaanse kalender voor Pasen en de daaraan gerelateerde feesten als Pinksteren etc.) in 1923 uit van pa- triarch Meletios (1921-1923), aanvaard in vele maar niet alle Orthodoxe kerken. Deze ‘gemeng- de kalender’ wordt ook wel demeletiaanse kalen- der genoemd. Ook voor het streven naar eenheid onder de christenen gingen er belangrijke initiatieven uit van ‘Constantinopel’ sinds het einde van de 19 e eeuw. Oecumenisch inmoderne zin Vanaf die tijd zijn er orthodoxe initiatieven in de oecumene. Wat was én is de inzet van het ‘oecu- menische patriarchaat’ voor de oecumene? Na bezoek van een anglicaanse gezant in 1898 stelt Constantinopel een orthodox/anglicaanse dia- loogcommisie in. Als ‘eerste onder gelijken’ bin- nen de Orthodoxie pleit het patriarchaat via drie officiële schrijvens uit 1902, 1904 en 1920 sterk voor de oecumene. In 1948 is het dan ook mede- oprichter van de Wereldraad van Kerken. Een oecumenisch hoogtepunt is de ontmoeting tussen patriarch Athenagoras en paus Paulus VI in 1964; de wederzijdse excommunicatie wordt in 1965 opgeheven. Sindsdien is er een warme relatie Constantinopel-Rome, nu voortgezet door patriarch Bartholomeos en paus Francis- cus. Ook met andere christelijke kerken onder- houdt Constantinopel hechte oecumenische relaties. In het bijzonder zij voor Nederland ver- meld de band tussen Constantinopel en de Unie van Utrecht van de oud-katholieken, waardoor de patriarch al enkele keren in ons land is geweest. Een vertegenwoordiger van het patriar- chaat van Constantinopel is steeds een van de co- presidenten (mede-voorzitters) – naast zijn door het Vaticaan benoemde rooms-katholieke colle- ga – van de officiële theologische dialoog tussen de Oosters-orthodoxe Kerken en de Rooms- katholieke Kerk. Als ereprimaat is de patriarch van Constantino- pel binnen de Orthodoxie een voorloper in de oecumene. Leo van Leijsen

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=