Jaargang 61 Nummer 3

Pokrof 1 2 In de nacht heeft onze Heer gewandeld over het water van het meer. Zijn leerlingen zagen het en riepen uit: ’Heer, help ons!’. In de nacht roepen ook wij tot U: ‘Goede Heer, kom ons helpen en red ons van rampspoed!’ O Kracht, die Uzelf betoond hebt bij David tegen Goliath, kom ons te hulp. De Messias verscheen in de vierde nacht- wake aan Zijn leerlingen, Hij sprak de golven dreigend toe en maakte dat de stormen gingen liggen. De wind werd tot bedaren gebracht, en de leerlingen verheugden zich daar- over. Moge de Messias Zijn rechterhand uit- strekken naar de heilige Kerk, zoals Hij dat deed naar Petrus te midden van de golven, opdat Hij de onenigheden uit de Kerk mag verwijderen, en zij Zijn godheid lof en eer kan toezin- gen, alleluia, alleluia. Ik stond verbijsterd toen ik mediteerde over het lieflijke bootje van de leerlingen. Het werd heen en weer geslingerd op de golven, maar bleef geloven. De leerlingen raakten in verwarring, ze rilden van angst toen ze hun Meester in de boot zagen slapen. Petrus, het hoofd van de leerlingen, ging naar Hem toe en zei: ‘Opstaan, Rabbi! Opstaan, Rabbi! Help ons! Kijk toch eens hoe wij vergaan, ons bootje dreigt in de golven te zinken, alleluia, alleluia.’ De wereld is een oceaan waar de golven van ongerechtigheid en goddeloosheid aanrollen en breken. Kom, laten we bidden en smeken: ‘Heer, Heer, kom ons te hulp zoals U met de leerlingen deed, want, kijk, onze boot staat op het punt te zinken.’ Laten wij geloven in Jezus, de stuurman van de vrede, opdat Hij de gevaarvolle stormen van ons doet wijken en in Zijn zachtmoedigheid de stuurman moge zijn die ons bootje veilig terug zal brengen in de haven van volmaakte rust, alleluia, alleluia. (Uit: Maronietische nachtgebed van de zaterdag en de zondag) ‘Moge de Messias Zijn rechterhand uitstrekken naar de heilige Kerk, zoals Hij dat deed naar Petrus te midden van de golven.’ (Maronietisch nachtgebed)

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=