Jaargang 61 Nummer 2

Pokrof 4 periode van zware vervolging in. Voor de orthodoxe gemeenschap in Korea betekende dat het feitelijke afbreken van het contact met de Russisch-orthodoxe Kerk. Onder Tokio Het patriarchaat van Moskou besloot in 1921 dat de orthodoxe missie in Korea viel onder de bevoegdheid van de orthodoxe aartsbisschop van Tokio. Tokio was nu verantwoordelijk voor de orthodoxe missie in Korea en het aanstellen van priesters van de Sint-Nicolaaskerk in Seoel, een situatie die tot 1949 duurde toen de laatste Russische priester uit Korea vertrok. De hevige Japanse repressie van Korea en het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog bete- kenden echter dat de Koreaanse orthodoxe gemeenschap tientallen jaren volledig was afgesneden van de rest van de orthodoxe wereld. De Koreaanse Oorlog 1950-1953 In 1950 brak de rampzalige Koreaanse oorlog uit tussen Noord- en Zuid-Korea. Daarbij raak- te de enige Koreaanse priester vader Alexei Kim Eui Han vermist, nadat hij gevangen was genomen door Noord-Koreanen. Het Noord- Koreaanse leger verwoestte de Heilige Nico- laaskerk in Seoel en de verspreid geraakte orthodoxe gelovigen moesten de verschrikkin- gen van de Korea-oorlog zien te overleven. Het voortbestaan van de Orthodoxe Kerk in Korea liep opnieuw groot gevaar. De laatste toevlucht voor veel christenen was het gebied rond de havenstad Busan die tijdens de Koreaanse oor- log in geallieerde handen bleef. Net als Nederland stuurde Griekenland soldaten naar Korea. Met het Griekse leger kwam legeraal- moezenier vader Andreas Halkiopoulos mee en het lukte hem na de wapenstilstand in 1953 om een nieuwe orthodoxe parochie te forme- ren in Seoel. Daarbij werd de vroegere kerk gerestaureerd. De parochie ving wezen van de oorlog op en deelde voedsel uit. Voor nieuwe leden was er catechese en dooponderricht. Vader Andreas Halkiopoulos werd in 1954 opgevolgd door vader Boris Moon, een Koreaan die in Japan was gewijd. Onder Constantinopel De Orthodoxe Kerk van Korea behoorde in 1954 echter tot geen enkele buitenlandse ker- kelijke jurisdictie wegens de gespannen ver- houdingen met Japan. Dit administratieve pro- bleemwerd opgelost doordat men zich plaatste onder het kerkelijk gezag van het Oecumenisch Patriarchaat, wat in 1955 plaatsvond en in de praktijk betekende dat de Koreaanse minder- heidskerk viel onder het gezag van de metropo- liet van Nieuw-Zeeland. Het betekende niet dat de kleine kerk een gemakkelijke periode tege- moet ging. Het aantal gelovigen dat ze had was gering en haar goederen waren door het dicta- toriale Zuid-Koreaanse bewind geconfis- queerd. Wel werd de bouw van de Sint- Nicolaaskathedraal in Byzantijnse stijl in Seoel moedig ter hand genomen; in 1968 werd die voltooid. In 2005 werd de Koreaanse Ortho- doxe Kerk een zelfstandig bisdom onder Constantinopel. De huidige situatie De Zuid-Koreaanse kerk kent op dit moment één bisschop, zeven priesters en twee diakens . Er zijn nu zeven parochies in stedelijke gebie- den met een dito aantal kerken en daarnaast enkele kapellen. Alle basale liturgische teksten zijn vertaald in het Koreaans, evenals boeken over theologie en spiritualiteit die te koop zijn via internet, in diverse boekwinkels of in het boekencafé van het orthodoxe Missiecentrum, gelegen naast de Sint-Nicolaaskathedraal van Seoel. Theologisch onderricht wordt gegeven Het orthodoxe kerkgebouw van Busan. (Foto: H. Vogelaar).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=