Jaargang 61 Nummer 2

1 7 Pokrof ascetische stroming had tot gevolg dat in de 19 e eeuw sociale actie en de oplossing van de pro- blemen van het lijfeigenschap het domein wer- den van de Staat, onttrokken aan de Kerk. Zo ontstonden er twee verschillende talen, de wereldlijke en de kerkelijke... Maar de geestelij- ke idealen van het Evangelie zijn nodig om de grote sociale en culturele problemen te helpen oplossen.” Christelijke oecumene; andere godsdiensten “Een christen is ervan overtuigd dat de ver- deeldheid tussen de christenen een collectieve zonde is en in strijd met de wil van Christus. Hij gelooft dat we deze zonde in de toekomst te boven zullen komen, niet door zelfverheffing, door trots, zelfvoldaanheid of haat, maar door een geest van broederlijke liefde… Hij staat open voor al wat waardevol is in andere christe- lijke confessies en in niet-christelijke godsdien- sten…” “Eeuwen vol confrontaties hebben geleid tot verstarringen. Toch moeten we ons, voordat we ons offer brengen, verzoenen met onze broeder. Katholieken delen hetzelfde geloof in de Drie-ene God en in de menswor- ding van God en vereren de Moeder Gods en de heiligen. Hun hiërarchie stoelt op de apostoli- sche successie, net als de onze. Daarom erkent onze kerk de geldigheid van hun sacramenten”. Alexander Men noemt dan Franciscus van Sales, Thomas à Kempis, Franciscus van Assisi en tijdgenoten als Damiaan de Veuster, Ber- nadette Soubirou, Maximilaan Kolbe als katho- lieke heiligen. Van de westerse asceet Lorenzo Scupoli (Italiaans priester-religieus, ± 1530- 1610) werd de Geestelijke strijd (Italiaans: Combattimento spirituale ) in het Russisch ver- taald. Hetzelfde gebeurde met de Geestelijke oefeningen van Ignatius van Loyola. “Deze voor- beelden tonen dat het verschil tussen de spiri- tualiteit van het westen en die van het oosten niet zo groot is”. Wat de hiërarchie van de Katholieke Kerk betreft – de paus et cetera – : “dat heeft geen betrekking op het geestelijk leven. Het is niet aan ons dit complexe pro- bleem op te lossen. Dat kan alleen een oecu- menisch concilie. Verder blijven er heel veel theologische opinies over. Voor het heil van de ziel en het geestelijk leven is het geloof belang- rijk, het gebed, de liefde en de sacramenten. De enige mogelijkheid om onze gescheiden broe- ders te begrijpen is welwillend te zijn tegenover elkaar. Wij hebben het dogma van de tenhemel- opneming van de Moeder Gods formeel niet aangenomen, maar het leeft wel in de liturgie en in de traditie. Katholieken zijn bereid omhet ‘filioque’ te laten varen. Blijft het primaatschap van de paus. Maar ook daar is er hoop dat de situatie zich zal verhelderen. Vijandschap ech- ter maakt ons alleen maar blind”. Alexander Men vervolgt: “We moeten niet de zwakheden van de anderen zoeken, maar bedroefd zijn om de zwakheden bij onszelf. Zo moeten we hopen op vergeving en genezing. Er zijn in het huis van de Vader vele woningen. Het past ons niet om onverdraagzaam te zijn, jaloers en vol kritiek.” Tenslotte: “Er is veel meer wat ons verbindt dan wat ons scheidt. De kwestie van de kalender is eigenlijk heel eenvoudig. De oude kalender is ingevoerd door Julius Caesar, een heiden. Daar is niets heiligs of kerkelijks aan… De unificatie van de kalender is noodzakelijk voor de een- heid van de gelovigen. Op zichzelf betreft de kalender niet het geloof of het spirituele leven. Het is een zaak van astronomen en canonisten (= kerkjuristen, red.). Wij hoeven als christe- nen niet te strijden over een kwestie van data. Laten we de zorg over de juiste kalender aan deskundigen over. Er zal van ons geen reken- schap over gevraagd worden bij het Laatste Oordeel.” Christendom pas aan begin “In werkelijkheid doet het christendom pas zijn eerste stappen, zijn aarzelende schreden in de mensengeschiedenis. Veel woorden van Chris- tus blijven voor ons nog onbegrijpelijk. De pijl van het evangelie heeft de eeuwigheid als doel, wij zijn nog maar Neandertalers van de geest en van de moraal. Wat de geschiedenis van het christendom laat zien, zijn nog maar pogingen, vaak onhandige of gebrekkige, om het ideaal te realiseren. Natuurlijk zijn er grote heiligen geweest. Andrej Rubljov was een groot icoon- schilder, die in de Drie-eenheidsicoon een god- delijk visioen schiep. Maar zij waren voorlo- pers en verhieven zich uit een oceaan van drek, bloed en tranen. Hun visioen behoort tot de geestelijke wereld, niet tot de banale aardse. ” Paul Brenninkmeijer Alexandre Men, Le Christianisme ne fait que commencer (= Het christendom begint pas), Éd. Le Cerf, Paris, 2004, een uit het Russisch vertaalde Franse uitgave van verzamelde artikelen en preken van Alexander Men. Paul Brenninkmeijer vertaalde de citaten in deze samenvatting uit het Frans.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=