Jaargang 58 Nummer 4

Pokrof 4 in de nationalistisch-religieuze pers. Aleksandrs zoon Daniil, vorst van Moskou (gest. 1303) is ook heilig. De heiligheid van de volgende vorst, Dmitry Donskoj (1389), heeft een duidelijke politieke oorsprong. Als grootvorst van Moskou ver- sloeg hij de Tataren en had hij met de H. Sergy van Radonezj een relatie die beantwoordde aan het orthodoxe ideaal van kerk-staat-harmonie. Er is geen karakteristieke icoon van Dmitry. Bij zijn late canonisatie in 1988, die een bevesti- ging was van een eeuwenoude onofficiële cano- nisering, is er een icoon gemaakt die zoals de meeste neo-iconen weinig expressief is. Mooier is het zeventiende-eeuwse fresco van Dmitry boven zijn graf in de Aartsengelkathedraal van het Kremlin: sereen en zonder vorstelijke sym- bolen, in tegenstelling tot Aleksandr Nevsky op dezelfde muur. In tegenstelling tot de Russische grootvorsten uit de middeleeuwen zijn de tsaren nooit heilig verklaard, op de laatste na. Maar sommigen van hen werden wel afgebeeld op verhalende iconendie de Russische staatsmacht uitdruk- ken. Deze iconen hebben een sterke politieke symboliek. De eerste dergelijke icoon is die met de titel ‘Gezegend de legerschaar van de hemelse tsaar’, meestal aangeduid als ‘De strijdende kerk’. Deze monumentale compositie is gemaakt in opdracht van Ivan de Verschrik- kelijke na zijn verovering van Kazan. Ivan is afgebeeld als aanvoerder, samen met de aarts- engel Michael, van een legerschare van drie rijen Russische strijders en alle heilige middel- eeuwse vorsten, die optrekt van het brandende Kazan in de rechterbovenhoek naar het als een hemelse stad op de berg afgebeelde Moskou (of Jeruzalem) in de linkerbovenhoek, waar de Moeder Gods op hen wacht. De boom van de Russische heerschappij Alhoewel ‘De strijdende kerk’ een icoon is met een politieke betekenis, liet Ivan zich hier afbeelden in een symbolische context. Anders ligt het met een icoon van een eeuw later, ‘De planting van de boom van de Russische heer- schappij’ (zie achterzijde omslag). Deze door Simon Oesjakov in 1666 gemaakte icoon geeft uitdrukking aan het Byzantijnse ideaal van kerkelijke en politieke symfonie in het Moskouse rijk. Zij is gemaakt tijdens het bewind van tsaar Aleksej, toen dat ideaal ver- stoord werd door patriarch Nikon die dezelfde politieke status wilde als de tsaar. De icoon laat een boom met twee takken zien die hoog opgroeit uit de Maria-Ontslapings- kathedraal achter de zeer herkenbare muur van het Kremlin. In de linkertak hangen de geschilderde medaillons van de Russische metropolieten en rechts die van de Moskouse grootvorsten en tsaren. In het midden staan aan de voet van de boom de eerste metropoliet van Moskou, Pjotr (gest. 1326), en grootvorst Ivan I (gest. 1330), die de boom water geven. Ivan I, de grondlegger van de Moskouse macht, staat hier met een aureool afgebeeld, hoewel hij niet heilig is verklaard. Links en rechts van hen staan tsaar Aleksej en zijn vrouw Marija met hun twee kinderen, Feodor en Aleksej. Hier staan dus voor het eerst levende personen in herkenbare vorm op religieuze iconen. De vorsten in de boom zijn allen uit de Moskouse periode: de Kiëvse voorgangers, ook de heilige, staan er niet op, zoals wel het geval was bij ‘De strijdende kerk’. Kiev en Oost-Oekraïne waren enkele jaren daarvoor door Moskou onder pro- tectoraat genomen c.q. geannexeerd. Tsaar Aleksej en zijn vrouw staan ook op een andere icoon uit die tijd, namelijk op ‘De vere- ring van het kruis’ van I. Saltanov (zie voorzij- Oekraïense pro-Russische Pokrof-icoon van het katho- lieke Maria-bescherming-type, tweede helft zeventien- de eeuw. De Moeder Gods met kroon van het gesloten Pruisisch-Russische model strekt haar mantel bescher- mend uit over de orthodoxe metropoliet van Kiev en de Oekraïense aanvoerder Bohdan Chmelnyckyj.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=