Jaargang 57 Nummer 5

1 6 Pokrof meweer heeft gevonden. Maar ook een stadmet oorlogstrauma’s. Tijdens een toer door de stad komen we langs de in 1999 door NAVO-bom- bardementen verwoeste regeringsgebouwen. De oorlogsschade is nog steeds niet wegge- ruimd. Het wordt hoog tijd om dat aan te pak- ken. Met spanning heb ik uitgezien naar deze consultatie vanwege het belang van het thema, maarmisschiennogwelmeer vanwege deplaats van handeling. Orthodoxe faculteit De consultatie vindt plaats in de collegezalen van de orthodoxe Theologische Faculteit, die sinds de jaren ’90 van de vorige eeuw weer onderdeel uitmaakt van de Universiteit van Belgrado. Dankzij bisschop Irinej (Bulovic´) van Novi Sad, tevens de decaan van de faculteit, kan de consultatie van de Societas Oecumenica hier plaatsvinden. Bij de opening is tot veler verras- sing ook de Servische patriarch Irinej (Gavrilovic´) aanwezig, die in een korte toe- spraak het belang van eenheid onderstreept en zijn zegen aan de bijeenkomst geeft. Omgaan met herinneringen Het jubileum van Edinburgh 1910 en de reflec- tie op de vraag wat missie in onze tijd betekent is het centrale thema van deze bijeenkomst. Het staat ver af van de verwikkelingen op de Balkan in de voorbije eeuw. De bijeenkomst begint misschien daarom met een sessie over de omgang met herinneringen en de missie van de kerken op de Balkan. De aan de Universiteit van Yale (VS) docerende Kroatische theoloog en filosoof Myroslav Volf (anglicaan) heeft zich vele jaren uitvoerig beziggehouden met de complexe collectieve herinneringen die voor de volkeren op de Balkan meer een last dan een vreugde zijn. De centrale vraag die hij in het licht van het christelijk geloven thematiseert is: Hoe kunnen we op een goede manier herinneren en gedenken? Een op dood en verrijzenis van Christus geïnspireerd herinneren bevrijdt ons volgens Volf uit de maalstroom van de geschie- denis. Want de toekomst wordt niet helemaal bepaald door het verleden. De dood van Christus is een gebeuren van verzoening. Dat zou een maatstaf voor onze wijze van herinne- ren en de omgang met de ander moeten en kun- nen zijn. De Duitse theoloog Thomas Bremer (rooms-katholiek) geeft daarna een genuan- ceerde terugblik op de opstelling van de katho- lieke en orthodoxe Kerken tijdens de oorlogen in de jaren ’90. Hij toont veel respect voor de pogingen van de leiders van de Kerken om de oecumenische relaties zelfs in oorlogstijd te onderhouden en waarschuwde buitenstaan- ders voor al te gemakkelijke oordelen. De Servische priester en theoloog Radovan Bigovic´ 1 (orthodox) vergelijkt in zijn lezing het westerse en het orthodoxe concept van herin- neren en gedenken. De westerse cultuur typeert hij met beroep op J.B. Metz (Duits rk theoloog, * 1928) als ‘een cultuur van het ver- geten’. Hierin is het individualisme de norm geworden. De oosterse, orthodoxe wijze van gedenken vindt zijn uitgangspunt in de overle- vering van de Kerk en gaat primair van God uit en is op God gericht. De liturgie is bij uitstek herinnering, anamnese . Het gaat in de liturgie om het geheim van God en mens, de menswor- ding van God in Jezus Christus en de herinne- ring aan de getuigen van Christus. Vanuit die levende herinnering oriënteert de gemeen- schap zich op het eeuwige. In reactie hierop werd naar voren gebracht dat het katholieke concept van de liturgie en de betekenis van her- denken en herinneren niet wezenlijk van de orthodoxe visie verschilt. 1 In 2009 verscheen in het Engels een boekje van Radovan Bigovic´ onder de titel The Orthodox Church in the 21st Century bij de Konrad Adenhauer Stiftung. Hierin gaat hij uitvoerig in op de relatie van de Kerk tot de staat, de samenleving en de cultuur. Ook geeft hij zijn visie op de oecumenische opdracht. Patriarch Irinej (midden)en bisschop Irinej (r.) komen aan op Faculteit van Orthodoxe Faculteit in Belgrado en staan op het punt de conferentie te openen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=