Jaargang 57 Nummer 2

Pokrof 1 9 achter onze rug niet op ons schelden? Maar zo liep het gelukkig niet. De Serviërs voelen zich inmiddels thuis in de kapel en ervaren de samen- werking als logisch. “Als christenen moeten we elkaar helpen”, zeiden ze tijdens het laatste ge- sprek met ons bestuur. Vijf jaar geleden vond ook de Russisch-orthodoxe parochie onderdak in onze kapel. Je vindt daar meer Nederlanders. Veel leden van onze gemeen- schap kennen de Russische kerkelijke situatie goed via de stedenband met Pskov en beheersen de Kerkslavische liturgische taal redelijk. Hier- door verloopt het contact makkelijker. Enkele leden van ons koor zingen ook mee in het Russisch-orthodoxe koor. De kapel wordt nu dus intensief gebruikt. Dat geeft haar ook bestaans- recht en de nodige middelen om de exploitatie financieel mogelijk te maken. Onlangs was er op één zondag een Goddelijke Liturgie, een ‘Rus- sisch’ huwelijk en een Servische begrafenis. Alle fasen van het leven komen zo samen. Vooral rond Pasen, dat dit jaar zowel in Oost en als in West samenvalt, wordt het dringen. Toch verloopt de samenwerking meestal goed. Jammer dat zo iets in Oost-Europa vaak niet mogelijk is. Verschillen respecteren Er zijn mijns inziens vier voorwaarden voor goede samenwerking. Je moet je niet met elkaars interne aangelegenheden gaan bemoeien. Dat zou dodelijk zijn voor de goede verhoudingen. Ten tweede moet je zo veel mogelijk ruimte laten aan elkaars enigszins onderscheiden tradities en gevoelens. Dit laatste ervaar je rond de iconen. Het aantal iconen in de kapel neemt toe. Gelovigen nemen ze mee en laten ze achter. Niet al die iconen hebben een grote artistieke waarde. Ze zijn in ‘onze’ westerse ogen soms erg kitsche- rig. Maar ze weghalen doen we bijna nooit: want de gelovigen bidden met die iconen. Sommige meubels, die in de kapel opduiken, stuiten wel op onoverkomelijke bezwaren. De devotie van de Russische en Servische gelovi- gen is indrukwekkend. Er worden veel kaarsen gebrand en veel bloemen meegenomen, waarmee de iconen van Henk en Katrijn worden opge- fleurd. Dat is echt charmant. Ten derde moet je de tijd nemen voor persoonlijk contact. Geen abstracte besluiten, maar gewoon regelmatig praten, eventueel met een glaasje erbij. Alles draait in Oost-Europa rond informele contacten. Tot slot – voorwaarde vier – moeten we bij een aantal liturgische zaken zorgvuldig- heid betrachten. Iedere gemeenschap gebruikt haar eigen ‘anti- mins’ (antimension, een doek met relikwie waar- op de eucharistie op het altaar wordt gevierd). Na de viering wordt het altaar leeg gemaakt om ruimte te maken voor de volgende gebruiker. De sociale samenstelling van de drie groepen is duidelijk anders. De Servische gemeenschap wordt gedragen door oudere ‘gastarbeiders’, schatten van mensen. Ze zijn meer nationaal en op zichzelf. De kerk en de etniciteit vallen samen. Daardoor kent men de wegen in Nederland slechter, wat soms tot misverstanden lijdt. Het is de grootste groep. Op grote feesten zit de kapel vol: 150 mensen. De leden van de ‘Russische’ gemeenschap zijn meestal hoger opgeleid en wonen nog niet zo lang in Nederland. Je vindt er vrij veel gemengde huwelijken, waarbij de Neder- landse man meestal zijn Russische vrouw volgt en orthodox wordt. De Russisch- orthodoxe Kerk is de laatste eeuwen de meest universele orthodoxe kerk geweest met meer internationale contacten en invloeden. Op grote feesten komen er rond de 80 mensen. Voor beide gemeenschappen is hun kerk ook een sociaal gebeu- ren, een plaats waar je elkaar in de eigen sfeer en taal kunt ont- moeten. ’s Zondags na de litur- gie wordt er royaal gegeten en gedronken. Zo ontstaat een gas- Geborduurde kersticoon door Kathrijn Schoonwater. (Foto: S. Savtchenko)

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=