Jaargang 54 Nummer 3

POKROF 1 Dit is een geheel en al oecu- menisch verschijnsel. Het geldt zowel voor Orthodoxen als voor christenen van andere kerken. Wel is het percentage gewetens- bezwaarden in kerken in Noord- Amerika en West-Europa groter dan elders in de wereld. Het betreft hier regio’s waar gewe- tensbezwaren wettelijk worden erkend. Dat het aantal christenen met gewetensbezwaren relatief klein is, kan de indruk wekken dat hun positie op gespannen voet staat met het authentieke chris- tendom. Veel christenen in onze wereld laten zich meer bepalen door hun nationale identiteit dan door hun godsdienstige. Velen gehoorzamen aan het bevel deel te nemen aan oorlog omdat niemand, pastores en bis- schoppen incluis, heeft aangege- ven dat er voor christenen rede- nen zijn zich anders te gedragen. Als we echter kijken naar het getuigenis van het christendom in de eerste eeuwen, dan kunnen degenen die we nu gewetensbe- zwaarden noemen, als represen- tatiever voor de leer van de Vroege Kerk worden beschouwd. Evangelie In Christus’ evangelie is een van de meest verrassende elementen de nadruk die Hij legt op liefde – en niet alleen liefde voor de naaste, maar ook voor de vijand. Zijn woorden zijn niet zomaar abstracte aanbevelingen. De evangeliën getuigen ervan dat Hij consequent het goede voor- beeld geeft. Zijn barmhartig handelen betreft niet alleen zijn mede-joden, maar ook degenen die door joden toen als hun vij- and werden beschouwd. Zie bij voorbeeld zijn bereidheid de knecht van een Romeinse hon- derdman te genezen, officier van een onwelkom en onderdruk- kend bezettingsleger. Nergens in het evangelie zien we dat Jezus iemand doodt of zijn volgelingen daartoe opdracht geeft. Vroege Kerk In de heiligenkalender zien we onder de martelaren van de eer- ste eeuwen christelijke soldaten die werden terechtgesteld voor hun weigering aan de strijd deel te nemen. Zo is daar Maximilia- nus van Numidië, een 21-jarige Noord-Afrikaan, opgeroepen voor militaire dienst. Hij weigert de soldateneed af te leggen. Voor het gerecht gedaagd verklaart hij aan de proconsul die hem heeft aangeklaagd: “Ik kan niet vech- ten voor deze wereld … Ik ben christen”. De proconsul wijst erop dat er christenen in het Romeinse leger dienen. Maximi- lianus: “Dat is hún zaak! Ik ben ook christen en ik kan geen legerdienst doen”. Voor zijn wei- gering werd Maximilianus ont- hoofd. Onmiddellijk werd hij door de Kerk als martelaar en heilige beschouwd. Het voor- beeld van heiligen als Maximi- lianus is niet in tegenspraak met het catechetische onderricht van de Kerk in die tijd. De Apostolische Canones van de H. Hippolytus (2e eeuw) stellen dat het afzien van doden een voorwaarde is voor de doop (zie kader). Het thema van oorlog en vrede heeft Christus’ volgelingen verontrust en zelfs verdeeld voor het grootste deel van de geschiedenis van het christendom. In elke oorlog is er wel een klein maar toegewijd groepje christenen dat de wapens weigert op te nemen vanwege alomvattende bezwaren tegen bloedvergieten, meer specifieke bezwaren tegen een heel bepaalde oorlog, of - in het geval van geestelijken - vanwege kerkrechtelijke beletsels. Daarnaast is er een grote meerderheid christenen die deelneemt aan elk aspect van het militaire bedrijf zonder enig bezwaar te uiten. Als je hun pastores zou vragen, zou je een zelfde indeling vinden. Oorlog en vrede in de Orthodoxe Traditie Moderne weergave van een Romeins christen die wordt opgeroepen voor militaire dienst. Vaak eindigde hun dienstweigering voor de vrede in executie en martelaarschap. Oorlog en vrede

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=