Jaargang 53 Nummer 2

POKROF 18 In de regio Khabur, in het noordoosten van Syrië, woont sinds de jaren ’30 van de twintigste eeuw een grote groep Assyriërs. In de zeventig jaar dat ze zich daar hebben gevestigd, is het gebied uit- gegroeid tot de plaats waar oude tradities het best bewaard zijn gebleven, en waar tegelijkertijd, in een voor het Midden-Oosten relatief stabiele situatie, nieuwe elementen langzamerhand ingang konden vinden. Deze Assyriërs woonden tot de Eerste Wereldoorlog in Hakkari, een bergachtig gebied in heden- daags Zuid-oost-Turkije (zie ka- der). In Syrië vestigden ze zich aan de rivier de Khabur. Deze snelstromende, waterrijke rivier ontspringt in Turkije en voegt zich bij Deir ez-Zor in Syrië bij de Eufraat. Hij stroomt door een prachtige streek met vruchtbare landbouwgronden. Het is de As- syriërs daar gelukt een oorspron- kelijk moerasrijk gebied te veran- deren in een bloeiend agrarisch gebied dat een belangrijke bijdra- ge levert aan de economie van de streek: katoen, graan, abrikozen en pruimen. Hakkari aan de Khabur In allerlei opzichten is dit gebied een bijzondere streek geworden voor christenen in het Midden- Oosten: meer dan elders bij migratie het geval is, is het de Assyriërs gelukt veel van het tra- ditionele karakter van de ge- meenschappen in Hakkari in stand te houden. De belangrijk- ste kenmerken daarvan zijn het agrarisch bestaan, de organisatie in kleine dorpen, die grotendeels georganiseerd zijn rond oude families en clans, de verschillen- de vormen van Aramees die daar- mee bewaard zijn gebleven en specifieke christelijke rituelen, vooral verbonden met bepaalde heiligen. Toen ze nog in Turkije woonden, in Hakkari waren de Assyriërs in ‘stammen’ georganiseerd, die eigen woongebieden hadden en door eigen maliks, ‘stamhoof- den’, geleid werden. Deze stam- men bezaten in de bergen een redelijke mate van zelfstandig- heid, hoewel ze uiteindelijk meest- al ondergeschikt waren aan een aantal grote Koerdische federaties van het gebied. Zowel de Koerden als de Assyriërs waren goed bewa- pend en gewend voor hun eigen veiligheid zorg te dragen. De Os- maanse overheid had in dit gebied weinig te zeggen en heeft het pas in de loop van de 20e eeuw onder controle gekregen. Het zijn deze Assyrische stam- men die je in de dorpjes aan de Khabur het best terug kan vin- den: de bewoners van elk dorp vertegenwoordigen een specifie- ke stam, terwijl sommige grote stammen meerdere dorpen bezit- ten. De namen zijn bekend voor iedereen die zich met de geschie- denis van de Assyriërs bezig houdt en verwijzen naar zowel de groep als de streek in Hakkari: Tiari, Gawar, Barwar, Diz, Baz, Jilu en Tkhuma. In veel gevallen komen de leiders van de verschil- lende dorpen nog steeds uit dezelfde families die in Hakkari de maliks leverden. Deze organi- satievorm heeft er ook toegeleid dat in deze streek de Aramese dialecten van Hakkari relatief goed bewaard zijn gebleven. Naast het Arabisch voor studie en voor allerlei zaken buiten de gemeenschap, en het Klassiek Syrisch voor de kerk, bleven de Neo-Aramese dialecten als om- gangstaal in de dorpen intact en behielden veel specifieke ken- merken van de talen uit de oor- spronkelijke gebieden. Ook allerlei karakteristieke ge- bruiken uit Hakkari die vaak samenhangen met christendom zijn in de Khabur-dorpen in veel gevallen bewaard gebleven. Op- vallend en makkelijk herkenbaar zijn de kerkjes, die in de meeste dorpen aan dezelfde bescherm- Assyriërs aan de Khabur Symbool van hoop: de rivier de Khabur, stond enkele jaren geleden nog haast droog, maar stroomt nu weer volop. (Foto: archief Murre-van den Berg)

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=