Jaargang 51 Nummer 4

POKROF 10 De woestijn een bloeiende stad De kluizen in de bergen waren als tenten vol goddelijke koren: men zong er psalmen, las de Schrift, vastte, jubelde in de hoop op wat gaat komen en werkte om aalmoezen te kunnen geven, in genegenheid en harmonie met elkaar. Als je die kluizen en die gelederen van monniken zag, zou je uitroepen: ‘Hoe mooi zijn uw woningen, Jacob, uw tenten, Israel! Als dalen zijn ze beschaduwd, als tuinen langs een rivier, als tenten neergezet door de Heer als ceders aan de waterkant.’ [Numeri 24, 5-6] Bron: Athanasius van Alexandrië, verleidingen in de woestijn, het leven van de heilige Antonius, vertaald door Vincent Hunink, Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam 2002. Antonius was een Egyptenaar die in de derde eeuw als monnik in de woestijn leefde; hij bereikte - naar verluidt - de leeftijd van 105 jaar. Athanasius, aartsbisschop van Egypte’s hoofdstad Alexandrië en tijdgenoot en bewonderaar van Antonius, beschreef Antonius’ leven. Dit vooral stichtelijk bedoelde boek speelde een grote rol in de verspreiding van het monnikendom in Oost en West. Aboe Makar, hedendaags Koptisch klooster in de Egyptische woestijn tussen Alexandrië en Caïro. (Foto: Leo van Leijsen)

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=