Jaargang 51 Nummer 1

POKROF 8 ‘Geef het kracht om leven te geven’ De wijding van het doopwater in de Koptische Kerk Aghios. Aghios. Aghios. Heilig, heilig, heilig, o Heer, en heilig zijt Gij in alles. Kom nu ook, onze Koning, God van de machten en Koning van de hemelse legerscharen, Gij die gezeten zijt op de engelentroon. Openbaar Uzelf en aanschouw uw schepping, dit water. Verleen het de genade van de Jordaan en de hemelse troost. En terwijl uw heilige Geest erop neerdaalt, schenk het de zegening van de Jordaan. Amen. Geef het kracht om leven te geven. Amen. Zuiver water. Amen. Water om zonden te reinigen. Amen. Water voor het doopsel van de wedergeboorte. Amen. Water van kindschap. Amen. Geef dat kwade geesten niet op dit water neerdalen of met de persoon die gedoopt wordt binnendringen, noch onreine geesten, noch de geest van de middag, noch de geest van de avond, noch de geesten van de nacht, noch de geesten van de lucht, noch de geesten van verdrinking, noch de geesten van de duivel die onder de aarde zijn, maar vernietig hen allen door uw machtige kracht. Mogen zij tot niets worden voor het teken van uw Kruis en uw heilige Naam die wij aanroepen en die vol glorie is en gevreesd wordt door hen die ons vijandig zijn, opdat eenieder die hierin gedoopt wordt, de oude natuur die bederft, zoals boze verlangens, zal afwerpen en de nieuwe natuur zal aantrekken die hem herstelt naar het beeld van deze Schepper, en hem verlicht met het licht der waarheid van uw heilige Geest, en hij eeuwig leven en zalige hoop zal verwerven, en zal staan voor de troon van de Messias, en de hemelse kroon en de vergeving der zonden zal ontvangen. Moge deze olie en dit water gezegend zijn, en vervuld zijn van glorie en zuiverheid. De Koptische dienst van de wij- ding van het doopwater herin- nert aan de structuur van een oosterse eucharistieviering, met diaconale litanieën, schriftlezin- gen en een dialoog tussen pries- ter en gelovigen zoals die ook aan het begin van het eucharis- tisch gebed plaatsvindt (‘Verheft uw harten’, ‘We zijn met ons hart bij de Heer’). De priester giet eerst gezegende olie in de vorm van een kruis in het doopwater onder aanroeping van de drie- ene God. Later in de dienst neemt de priester ‘het heilig Oliesel van Ghalilaoon (olie van vreugde)’* en giet driemaal een gedeelte ervan in de doopvont in de vorm van het kruis om het water te heiligen, terwijl hij bidt voor de dopelingen en dat ‘door dit water en deze olie alle boze machten vernietigd mogen wor- den’. Dan beademt de priester driemaal het water in de vorm van het kruis, terwijl hij God vraagt het water en de olie te heiligen. Daarna maakt de pries- ter onder gebed driemaal het teken van het kruis over het water. Er volgen nieuwe gebeden in een dialoog tussen priester, diaken en gelovigen, waarbij de priester over het water het gebed hiernaast bidt. Na dit gebed bekruist de priester het water driemaal met het kruis, weder- om onder een lang gebed. Hierna bidden de gelovigen het Onze Vader. Dan neemt de priester de heilige Olie (Myroen) en giet daar- van driemaal een gedeelte in de doopvont. Hij doet dit in de vorm van het kruis om het water te heiligen in de naam van God drie-een. Na psalmgebed volgt de doop door onderdompeling. *Bewoordingen uit de wijding van het doopwater volgens de vertaling van de Koptisch-orthodoxe Kerk van de H. Maagd Maria in Amsterdam, met dank aan haar priester, aboena Arsanius El-Baramoussi. De teksten en andere citaten hier zijn - soms met een lichte wijziging in spelling of stijl - genomen uit deze vertaling. Koptisch gebouw in Egypte. Foto: L. van Leijsen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=